Operating Instructions
Table Of Contents
- Over deze gebruiksaanwijzing
- Chapters
- Inhoudsopgave
- Inhoudsopgave van de functies
- 1. Introductie
- 2. Aan de slag
- 3. Basisbediening
- 4. Opnamemodus
- 5. Beeld opnemen
- 6. Scherpstellen/Zoom
- 7. Aandrijving/Sluiter/Beeldstabilisatie
- De aandrijfstand selecteren
- Burstfoto’s nemen
- 4K-foto-opname
- Foto’s uit een 4K-burstbestand selecteren
- Post Focus-opname
- Opnemen met gebruik van de zelfontspanner
- Opnemen met Intervalopname
- Opnemen met Stop-motionanimatie
- Video’s met Intervalopname en Stop-motionanimatie
- Bracket-opname
- [Stille modus]
- [Sluitertype]
- Beeldstabilisatie
- 8. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect
- 9. Flitser
- 10. Video’s opnemen
- 11. Beelden afspelen en bewerken
- 12. Camera-aanpassing
- 13. Menugids
- 14. Wi-Fi/Bluetooth
- 15. Andere apparaten verbinden
- 16. Materialen
- Optionele accessoires gebruiken
- Weergave scherm/zoeker
- Displayberichten
- Problemen oplossen
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- Aantal foto’s dat kan worden gemaakt en beschikbare opnametijd met de batterij
- Aantal stilstaande beelden dat kan worden en video-opnametijd met kaarten
- Lijst met functies die kunnen worden ingesteld in elke opnamemodus
- Specificaties
- Inhoud
- Handelsmerken en licenties
- Firmware-update
420
14. Wi-Fi/Bluetooth
Wi-Fi verbindingen
Als [Nieuwe verbinding] geselecteerd
is in [Wi-Fi-functie] in [Wi-Fi] van
het [Set-up]-menu, selecteer dan de
verbindingsmethode uit [Via netwerk] of
[Direct] om verbinding te maken.
Als u aan de andere kant [Selecteer
doelapparaat uit geschiedenis] of
[Selecteer doelapparaat uit favorieten]
gebruikt, maakt de camera verbinding met
het geselecteerde apparaat met de eerder
gebruikte instellingen.
[Via netwerk]
Verbindt de camera en het doelapparaat via het draadloos toegangspunt.
Selecteer de methode om
verbinding met een draadloos
toegangspunt te maken.
Instellingen: [WPS (knop)]/
[WPS (PIN-code)]/[Uit lijst]
(421)
• Nadat [Via netwerk] één keer geselecteerd is, zal de camera verbinding
maken met het eerder gebruikte draadloze toegangspunt.
Druk op [DISP.] om het draadloze toegangspunt te veranderen dat voor de
verbinding gebruikt werd en verander de bestemming van de verbinding.
• Controleer de gebruiksaanwijzing en de instellingen van het draadloze
toegangspunt.