Operating Instructions

Table Of Contents
41
2. Aan de slag
Een lens bevestigen
Zorg dat de camera uitgeschakeld is.
Verwissel de lens op een plaats met weinig vuil en stof. Als vuil of stof op de
lens komt, raadpleeg dan pagina 477.
Verwissel de lens terwijl de lensdop bevestigd is.
Trek de lensbuis in wanneer u de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/
H-FS35100) bevestigt of loskoppelt.
Lijn de montagetekens op de lens uit ten aanzien van de
camera en draai de lens in de richting van de pijl.
Bevestig de lens door eraan te draaien tot een klik gehoord wordt.
1 2
Breng de lens recht aan.
Door hem onder een hoek aan te brengen, kan de lensbevestiging op de
camera schade berokkend worden.