Operating Instructions

Table Of Contents
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
100
Toepasbare modi:
Optimaliseren van het brandpunt van de aangeraakte positie ([AF])
1 Raak het onderwerp aan.
2 (Wanneer [ ]/[ ]/[ ]/[ ] ingesteld is)
Raak [Inst.] aan.
(Wanneer [ ] ingesteld is) Raak [Exit] aan.
(Wanneer [ ]/[ ]/[ ] ingesteld is) De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd
als u [ ] aanraakt.
De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren
> [Voorkeuze] > [Bediening] > [Touch inst.] > [Touch AF]
[AF] Optimaliseert het brandpunt van het aangeraakte onderwerp.
[AF+AE]
Optimaliseert het brandpunt en de helderheid van het aangeraakte
onderwerp.
[OFF]
Specificeer de persoon of het oog waarop scherp gesteld moet
worden als u een persoon geselecteerd heeft die met een AF-zone
aangeduid wordt.
Als u ongeacht welke locatie geselecteerd heeft waarin geen
persoon of oog gelokaliseerd wordt, beweeg dan de AF-zone, die
op dezelfde manier werkt als [Ø], naar de geselecteerde locatie
om het instellingenscherm van de grootte en de positie weer te
geven.
Het aangeraakte onderwerp is vergrendeld.
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de grootte en de positie wordt weergegeven.
, enz.
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het betreffende scherm
voor de instelling wordt weergegeven.
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de grootte en de positie wordt weergegeven.
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de vergrote zone wordt weergegeven.
MENU