Operating instructions
9. De menufuncties gebruiken
226
Toepasbare modi:
Contrast en belichting worden gecompenseerd als het verschil in helderheid tussen de
achtergrond en het onderwerp groot is, enz.
Instellingen: [AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF]
Toepasbare modi:
Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v.
de Intelligente Resolutietechnologie.
Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF]
• De beeldschermweergave kan omgeschakeld worden door op het scherm voor de instelling
van de helderheid op [DISP.] te drukken.
• Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met / / /
opnieuw op de fabrieksinstelling gezet worden.
• Als [Fotostijl] op [Als709], [Hybrid Log Gamma] of [V-Log L] gezet is, is de instelling vastgezet
op [ ] (Standaard).
[Int.dynamiek]
> [Opname] > [Int.dynamiek]
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de
opname-omstandigheden.
• Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:
– Als de ISO-gevoeligheid op een waarde gezet is die hoger is dan [ISO51200]
– Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Wanneer [Fotostijl] op [Als709], [Hybrid Log Gamma] of [V-Log L] gezet is
[I.resolutie]
> [Opname] > [I.resolutie]
MENU
MENU