Operating instructions
241
9. De menufuncties gebruiken
Als u [CUSTOM] selecteert, kunt u de instellingen van het Snelmenu zelf aanpassen.
(P58)
Stelt de bedieningsfuncties in die uitgeschakeld moeten worden met de functieknop
[Vergrend. Bediening].
Stelt de bewegende beeldknop in/buiten werking.
Schakelt de bediening door aanraking in/uit.
> [Voorkeuze] > [Bediening]
[Q.MENU]
[Instelling Vergrendeling]
[Cursor]
Schakelt de functies van de cursorknoppen, de [MENU/SET]-knop en de
bedieningsknop uit.
[Joystick] Schakelt de functies van de joystick uit.
[Touch scherm] Schakelt de aanraakfuncties van het aanraakpaneel uit.
[DISP.-knop] Schakelt de functies van de [DISP.]-knop uit.
[Videotoets]
[Touch inst.]
[Touch scherm] Alle aanraakhandelingen.
[Touch tab]
De bediening van de tabs, zoals [ ] op de rechterkant van het scherm.
[Touch AF]
De bediening om het onderwerp dat u aanraakt scherp te stellen ([AF]) of
de focus en de helderheid ([AF+AE]) an te passen. (P100)
[Touchpad AF]
Bediening om de AF-zone te verplaatsen door de monitor aan te raken, als
de zoeker in gebruik is. (P99)
MENU