Operating instructions

243
9. De menufuncties gebruiken
De scherp gestelde delen (delen op het scherm met een heldere contour) worden
geaccentueerd als het scherpstellen handmatig plaatsvindt.
Als [Niveau detecteren] in [SET] op [HIGH] gezet is, worden de te accentueren gedeeltes
verkleind zodat het mogelijk is een meer precieze scherpstelling te verkrijgen.
Het veranderen van de instelling van [Niveau detecteren] verandert ook als volgt de instelling
van [Kleur weergeven].
Het histogram weergeven.
U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken.
Bediening door rechtstreekse aanraking is ook mogelijk vanuit het opnamescherm.
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of
wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
A donker
B helder
[Peaking]
[Niveau
detecteren]
[HIGH] [LOW]
[Kleur weergeven]
[ ] (Lichtblauw) [ ] (Blauw)
[ ] (Geel) [ ] (Oranje)
[ ] (Geel-groen) [ ] (Groen)
[ ] (Rose) [ ] (Rood)
[ ] (Wit) [ ] (Grijs)
Telkens wanneer [ ] in [ ] aangeraakt wordt, wordt de instelling omgeschakeld in de
volgorde [ON] ([Niveau detecteren]: [LOW]) > [ON] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) > [OFF].
[Peaking] werkt niet met [Ruw zwart-wit] in de Creative Control-modus.
In deze gevallen niet beschikbaar:
[Peaking] is niet beschikbaar als [Live View versterken] gebruikt wordt.
[Histogram]
Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden,
wordt het histogram oranje afgebeeld.
Tijdens de belichtingscompensatie
Als de flits geactiveerd is
Als geen correcte belichting verkregen wordt, zoals wanneer er weinig licht is.
Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
Het histogram wordt niet weergegeven als [WFM/Vectorbereik] ingesteld is.