Operating instructions
59
2. Opstarten/Basisbediening
Toekennen van veelgebruikte functies aan de
knoppen (functieknoppen)
U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen.
1
Selecteer het menu.
2
Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u
een functie wilt toekennen te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
• Om een knop uit [Fn12] tot [Fn20] in [Instelling in
opnamemodus] te selecteren, druk dan op [DISP.] om
het beeldscherm om te schakelen.
3
Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in opnamemodus] ingesteld
kunnen worden P60.
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in afspeelmodus] ingesteld
kunnen worden P62.
• Selecteer [Terug naar standaard] om de instellingen van de default-functieknop
opnieuw in te stellen.
• Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop.
> [Voorkeuze] > [Bediening] > [Fn knopinstelling]>
[Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
• Het aanraken van [Fn] op het beeldscherm met opname-informatie op de monitor (P48) stelt u
ook in staat het scherm weer te geven in stap
2.
• Als u gedurende 2 seconden op een functieknop drukt (ongeacht welke van [Fn1] tot [Fn6] of
van [Fn12] tot [Fn20]), kan het scherm weergegeven worden dat weergegeven wordt in stap
3
.
In sommige gevallen kan het scherm echter niet weergegeven worden, afhankelijk van de
geselecteerde modus of het op dat moment weergegeven beeldscherm.
MENU