Operating Instructions

109
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
4
Druk op [ ] om in te stellen.
U kunt ook de sluiterknop tot halverwege indrukken om in te stellen.
¢1 Als [ISO Auto Bovenl. Inst.] in [ISO-gevoeligheid (foto)] in het [Opname]-menu op [AUTO]
gezet is.
¢2 Wanneer [Inst. dual native ISO] in het [Voorkeuze] ([Belichting])-menu op [AUTO] gezet
wordt
Het bereik van de ISO-gevoeligheid instellen ([Inst. dual native ISO])
Toepasbare modi:
U kunt een opname met hoge gevoeligheid en lage ruis uitvoeren met Dual Native ISO,
een functie die het mogelijk maakt de basisgevoeligheid te veranderen.
Het beschikbare bereik van de ISO-gevoeligheid verandert al naargelang de instelling van
[Inst. dual native ISO].
Zelfs als u [LOW] of [HIGH] in Intelligent Auto Plus modus of Creative Control modus
selecteert, werkt het op dezelfde manier als [AUTO].
AUTO
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
Maximum [ISO6400]
¢1,2
(Intelligent)
Het toestel stelt automatisch de optimale ISO-gevoeligheid
en sluitertijd in die passen bij de beweging van het
onderwerp en de helderheid van de scène, om het bibberen
van het onderwerp te minimaliseren.
Maximum [ISO6400]
¢1,2
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend
om zich aan te passen aan de beweging van het
onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
160 tot 51200
¢2
(L.80 tot H.204800 als
[Uitgebreide ISO] gebruikt
wordt)
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
> [Voorkeuze] > [Belichting] [Inst. dual native ISO]
Onderdeel Beschikbaar bereik ISO-gevoeligheid
[AUTO]
AUTO/ /160 tot 51200
(80 tot 204800 als [Uitgebreide ISO] gebruikt wordt)
De basisgevoeligheid verandert automatisch al naargelang de helderheid
en andere opname-omstandigheden.
[LOW] AUTO/160 tot 800 (80 tot 800 als [Uitgebreide ISO] gebruikt wordt)
[HIGH] AUTO/800 tot 51200 (800 tot 204800 als [Uitgebreide ISO] gebruikt wordt)
MENU