Operating Instructions

144
6. Stabilisator, zoom en flitser
Beeldstabilisator
Toepasbare modi:
De camera detecteert het schudden tijden de opname en corrigeert dit automatisch. U
kunt dus beelden opnemen die minder bewogen zijn.
Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt, wordt de
stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.-schakelaar van de lens op [ON] gezet is. (Op het
moment van aankoop is [ ] ingesteld.)
Stel de beeldstabilisator in
Het [Stabilisatie] kenmerk is alleen beschikbaar als de lens die u gebruikt een interne
stabilisator heeft.
Er wordt een lens vereist die de stabilisatorfunctie ondersteunt.
> [Opname] > [Stabilisatie]
[Bedieningsstand]
[]
([Normaal])
Het schudden van de camera is correct
voor op/neer, links/rechts en
draaibewegingen.
[]
([Panning])
Toestel schudden wordt gecorrigeerd voor
op/neerbewegingen.
Deze functie is ideaal voor panning (een
methode voor het maken van opnamen
waarbij het toestel gedraaid wordt om de
bewegingen te volgen van een onderwerp dat blijft bewegen in
een vaste richting).
[OFF]
[Stabilisatie] werkt niet. ([ ])
Als een lens met een O.I.S.-schakelaar gebruikt wordt, zet de
schakelaar dan op [OFF].
[E-stabilisatie
(Video)]
Tijdens het opnemen van een film wordt jitter gecorrigeerd langs de verticale
en horizontale as en langs die van verdraaiing en helling, met gebruik van
de In-Lens Beeldstabilisator en de Elektronische Beeldstabilisator.
[ON]/[OFF]
Als [E-stabilisatie (Video)] werkt, wordt [ ] op het opnamescherm
weergegeven.
Als [ON] geselecteerd is, kan de gezichtshoek van de opgenomen film
smaller worden.
MENU