Operating Instructions

239
9. De menufuncties gebruiken
Stel in om de prioriteit tijdens Auto Focus aan de scherpstelling of aan de sluiterknop te
geven.
Er kunnen verschillende instellingen op verschillende instellingen van de Focusmodus ([AFS/
AFF], [AFC]) toegepast worden.
Als de positie van de AF-zone, of de positie van de weergave van MF Assist, ingesteld
wordt, kunt u de positie als een lus van de ene rand naar de andere rand van het scherm
laten lopen.
Dit verandert de instelling van de weergave van de AF-zone die toegepast wordt als de
Auto Focusmodus op [ ] ([225-zone]) of [ ], etc. ([Voorkeur multi]) gezet is.
[Prio. focus/ontspan]
[FOCUS] Schakelt de opname uit als geen scherpstelling verkregen wordt.
[BALANCE]
Voert de opname uit terwijl het evenwicht tussen de scherpstelling en de
timing voor het loslaten van de sluiterknop geregeld wordt.
[RELEASE] Schakelt de opname zelfs in als geen scherpstelling verkregen wordt.
[Loop verpl. focus kader]
[Weergave AF-gebied]
[ON]
Geeft AF-zones weer op het opnamescherm.
De AF-zones worden niet weergegeven als [ ] (225-Zone) of [ ], [ ]
of [ ] in [Voorkeur multi] op de standaard instelling van de AF-zone
gezet is.
[OFF]
Geeft AF-zones al enkele seconden nadat u begint ze te gebruiken op het
opnamescherm weer.
Zelfs als [ON] ingesteld is, wordt in de volgende gevallen dezelfde handeling als [OFF]
uitgevoerd:
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Bij 4K-foto-opnames
Creatieve Videomodus
ヤヒ
ヤビ
ヤピ