Operating Instructions
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
292
∫ Als verbinding gemaakt wordt via een draadloos toegangspunt ([Via netwerk]):
1 Selecteer [Via netwerk].
• Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P321 om de camera verbinding
met een draadloos toegangspunt te laten maken.
2 Schakel de Wi-Fi-functie in het instellingenmenu van de smartphone in.
3 Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera
verbonden is.
4 Start “Image App ”.
∫ Als de camera en de smartphone rechtstreeks met elkaar verbonden worden
([Direct]):
1 Selecteer [Direct].
• Selecteer [WPS-verbinding] en volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op
P323 om de camera en de smartphone met elkaar te verbinden.
2 Start “Image App ”.
1 Zet de camera in de opnamemodus.
2 Selecteer de menu-items van de camera om de
Wi-Fi-verbinding te beëindigen.
• U kunt de verbinding ook beëindigen door op de camera
op [Wi-Fi] te drukken.
3 Sluit de “Image App” op de smartphone.
Op de camera
Op uw smartphone
Op de camera
Op uw smartphone
Eindigen van de Wi-Fi-verbinding
> [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie]
> [Ja]
MENU