Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DC-GX880 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken vanuit de “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn. • Zwarte iconen: toepasbare modussen • Grijze iconen: niet beschikbare modussen ∫ De symbolen in de tekst : MENU Wi-Fi Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken. : Geeft aan dat de Wi-Fi-instelling gemaakt kan worden door op de [Wi-Fi]-toets te drukken.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ................................................................................9 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................12 Standaardaccessoires....................
3. Opnamemodussen Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligent Auto modus) ..........................................................................................58 • Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]).......61 • Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR])..............................................................................62 • Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid.................
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto's maken ....................................................................................................122 Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren ....................................126 • Opmerkingen over de 4K-fotofunctie............................................................129 Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking) ................................................................................
• Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback).................................177 • Beelden afspelen op opnamedatum (Calender Playback) ...........................178 Afspelen van groepsbeelden.................................................................................179 Beelden wissen .....................................................................................................181 9. De menufuncties gebruiken Menulijst ....................................................................
11. Aansluiten op andere apparatuur 4K-films op een TV bekijken/ 4K-films op een PC of recorder bewaren ..............................................................284 • Kijken naar films in 4K ..................................................................................284 • Opslaan van 4K-films ...................................................................................285 Beelden terugspelen op een TV-scherm...............................................................
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P42 Zelfopname-modus ......................... P65 [Voorvertoning] ................................ P82 Panorama Shot-modus ................... P84 [4K-FOTO] .....................................P122 [Post Focus] .................................. P132 [Intervalopname]............................ P144 [Stop-motionanimatie] ................... P147 [Multi-belicht.] ................................
Films Films [Opname-indeling] .........................P166 [Opn. kwaliteit] ............................... P166 Films in 4K.....................................P164 Foto’s maken terwijl u een film opneemt ........................................ P169 [Snapfilm] ...................................... P171 Audio [Micr. instellen] ...............................P202 [Uitsch. geluid vd wind] ..................P203 Beeldscherminstellingen [Micr. weerg.] .................................
Wi-Fi Verbinden “Image App” .................................. P248 [WPS (knop)] .........................P277, 279 Directe verbinding ......................... P279 In combinatie met andere apparatuur Afspelen van beelden op een TV ..................................................P258 Beelden afdrukken.........................P264 Beelden naar een AV-apparaat versturen........................................P265 Beelden naar een PC versturen ....P266 Versturen van beelden naar een web service............
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk. • De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u: – Het toestel laten vallen of er tegen stoten. – Hard op de lens of op de monitor duwt. Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig.
1. Voor Gebruik Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
1.
1. Voor Gebruik 18 20 21 19 22 23 24 27 28 29 30 31 32 33 Montagedeel statief (P327) • Het is niet mogelijk een statief met een 30 schroeflengte van 5,5 mm of meer veilig op de camera te bevestigen en vast te zetten. Dit kan de camera beschadigen.
1. Voor Gebruik ∫ Lens H-FS12032 H-FS35100 1 2 3 4 1 5 2 3 4 H-PS14042 1 1 2 3 4 5 6 7 6 7 3 4 Lensoppervlak Zoomring (P152) Contactpunt Pasmarkering voor de lens (P32) Focusring (P111) Zoomhendeltje (P152) Focushendel (P111) • De onderling verwisselbare lens (H-FS12032) heeft geen focusring maar de manuele focus kan gebruikt worden om de camera te bedienen.
1. Voor Gebruik Over de Lens Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage van het Micro Four ThirdsTM Systeem (Micro Four Thirds montage). U kunt ook een lens van een van de volgende standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
2. Opstarten/Basisbediening Het bevestigen van de Schouderriem • We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan. 1 Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het toestel. A: Lusje voor schouderriem 2 3 4 Haal het uiteinde van de schouderriem door de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper. Haal het uiteinde van de schouderriem door het gat aan de andere kant van de stopper.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij Gebruik de speciale netadapter (bijgeleverd), USB-aansluitingskabel (bijgeleverd) en batterij. • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. • Laad de batterij alleen op wanneer deze in de camera zit.
2. Opstarten/Basisbediening De Batterij erin doen 1 1: Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl. 2: Open het kaart-/batterijdeurtje. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. 2 Pas op in welke richting u de batterij erin doet, zorg ervoor dat deze er geheel inzit en controleer vervolgens dat deze vergrendeld is door het hendeltje A.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen • Het wordt aanbevolen de batterij op te laden in ruimtes met een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC (dezelfde als de batterijtemperatuur). Plaats de batterij in dit toestel. Controleer dat dit toestel uitstaat. A Sluit de (bijgeleverde) F USB-aansluitkabel (bijgeleverd) USB-aansluitingskabel aan op de [USB/ • Controleer de richting van de CHARGE]-aansluiting.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Over de oplaadlamp Brandt rood: Uit: Opladen bezig. Opladen is voltooid. (Wanneer het opladen voltooid is, de camera loskoppelen van het stopcontact of computer.) Knippert rood: Laadfout. (P312) ∫ Oplaadtijd Wanneer u de netadapter gebruikt (bijgeleverd) Oplaadtijd Ongeveer 130 min • De aangeduide oplaadtijd is voor als de batterij volledig ontladen is. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt wordt.
2. Opstarten/Basisbediening • Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte. • Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de bijgeleverde kabel. Dit kan en slechte werking tot gevolg hebben. • Geen andere netadapters gebruiken dan de bijgeleverde adapter. • Gebruik geen USB-extensiekabel.
2.
2.
2.
2. Opstarten/Basisbediening Invoering en verwijdering van de Kaart (optioneel) • Controleer dat dit toestel uitstaat. 1 1: Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl. 2: Open het kaart-/batterijdeurtje. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. 2 Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) • Dit toestel is compatibel met UHS-I UHS Snelheidsklasse 3 standaard microSDHC/microSDXC-geheugenkaarten. • De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd met kaarten van Panasonic.
2. Opstarten/Basisbediening Toegang tot de kaart De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart opgenomen worden. • Tijdens de toegang (schrijven van beelden, lezen en wissen, formatteren, enz.) dit toestel niet uitschakelen, de batterij of de kaart niet verwijderen of de (optionele) netadapter afsluiten. Stel dit toestel bovendien niet bloot aan trillingen, stoten of statische elektriciteit.
2.
2. Opstarten/Basisbediening • Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd variëren. • MP4-films met [Opn. kwaliteit]-formaat [4K]: Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 5 minuten overschrijdt. Wanneer een microSDHC-geheugenkaart gebruikt wordt, worden bestanden voor opnemen en afspelen in kleinere filmbestanden gesplitst als de bestandsgrootte de 4 GB overschrijdt.
2. Opstarten/Basisbediening Bevestigen/Verwijderen van de lens Door de lens te veranderen, zult u de opties die u heeft voor het maken van foto's vergroten en dus ook het plezier dat u van de camera heeft. • Controleer dat het toestel uitstaat. • Wanneer de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/H-FS35100) aangebracht of verwijderd wordt, trek de lenscilinder dan in. • Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P322 als vuil of stof op de lens terechtkomen.
2. Opstarten/Basisbediening Bediening zoom Gebruik van de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/H-FS35100) T Draai aan de zoomring van de lens. W Gebruik van de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) Beweeg de zoomhendel van de lens.
2. Opstarten/Basisbediening De lenskap gebruiken Wanneer u opneemt met sterk achtergrondlicht, zou er zich onregelmatige reflectie kunnen voordoen binnen de lens. De lenskap reduceert dit fenomeen van ongewenst licht op de gemaakte beelden en vermindert de contrastdaling. De lenskap neemt het teveel aan licht weg en verbetert de beeldkwaliteit. • De onderling verwisselbare lens (H-FS12032/H-PS14042) heeft geen lenskap.
2. Opstarten/Basisbediening Aanbrengen van de (bloemvormige) lenskap die bij de verwisselbare lenzen geleverd is (H-FS35100) Houd de lenskap vast met uw vingers, zoals afbeelding (A) toont. • Houd de lenskap niet vast zodat deze vervormd raakt of buigt. (B) 1 Lijn het merkteken C ( ) op de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens. 2 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij klikt en lijn het merkteken D ( ) op de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens.
2. Opstarten/Basisbediening De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Zet het toestel aan. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 3 4 5 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. Op [MENU/SET] drukken. Druk op 2/1 om de items te selecteren (jaar, maand, dag, uur, minuten) en druk op 3/4 om ze in te stellen.
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Wanneer een onderling verwisselbare lens (H-FS12032/ H-FS35100) gebruikt wordt en de lenscilinder is ingetrokken, is het niet mogelijk opnames te maken (er zal een bericht weergegeven worden).
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening Tips om mooie opnamen te maken Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Dek de flitser, het AF Assist-lampje A, de microfoon B of de luidspreker C niet af met uw vingers of andere voorwerpen. ∫ Spoort de richting van de camera op (Richtingsdetectiefunctie) Deze functie spoort de verticale richting op wanneer u opneemt met de camera verticaal gericht.
2. Opstarten/Basisbediening Uittrekken/intrekken van de lens [als de onderling verwisselbare lens (H-FS12032/H-FS35100) bevestigd is] ∫ Uittrekken van de lens Draai de zoomring in de richting van pijl 1 van positie A (de lens is ingetrokken) naar positie B [12 mm tot 32 mm (H-FS12032), 35 mm tot 100 mm (H-FS35100)] om de lens uit te trekken. Voorbeeld: H-FS12032 • Als de lenscilinder ingetrokken is, kunnen geen opnames gemaakt worden.
2. Opstarten/Basisbediening Stel de hoek van de monitor in • Let op dat uw vinger, enz., niet in de monitor bekneld raakt. • Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Dit kan krassen en een slechte werking tot gevolg hebben. • Wanneer u dit toestel niet gebruikt, sluit de monitor dan volledig in de oorspronkelijke stand. ∫ Opnemen bij verschillende hoeken • De AF-lamp niet met uw vingers of andere voorwerpen bedekken.
2. Opstarten/Basisbediening Sluiterknop (foto's maken) De sluiterknop werkt in twee stappen. Druk erop om een foto te maken. De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. A Lensopening B Sluitertijd C Aanduiding scherpstelling • De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden weergegeven. (Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld is.) • Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de aanduiding voor de scherpstelling weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening Modusknop (voor selectie van een opnamemodus) Selecteer de functie door de functieknop te draaien. • Draai de functieknop langzaam om de gewenste functie te selecteren.
2. Opstarten/Basisbediening Bedieningsknop De bedieningsknop draaien: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. In deze gebruiksaanwijzing, wordt het draaien van de bedieningsfunctieknop als volgt afgebeeld. Cursorknoppen/[MENU/SET] knop Op de cursorknop drukken: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. Op [MENU/SET] drukken: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
2. Opstarten/Basisbediening [DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie) Druk op [DISP.] om de op het scherm weergegeven informatie om te schakelen. • Als de informatie op het scherm niet langer weergegeven wordt omdat gedurende bepaalde tijd geen handeling uitgevoerd werd, druk dan op de [DISP.]-knop of raak het scherm aan om de informatie opnieuw weer te geven.
2. Opstarten/Basisbediening In de afspeelmodus Met informatie 4:3 L 1/98 98 Weergave van gedetailleerde informatie Weergave histogram Zonder informatie (weergave highlight)¢ 60 F3.5 0 AWB ISO 200 WB AFS P F3.5 60 STD. 0 ISO200 10:00 1.DEC.2018 F3.5 60 0 200 AWB 4:3 L s RGB 1/98 100-0001 100-0001 Zonder informatie ¢ Dit wordt weergegeven als [Highlight] (P209) in het [Voorkeuze]-menu op [ON] staat.
2. Opstarten/Basisbediening Aanraakpaneel (Aanraakbediening) Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met uw blote vinger. ∫ Aanraken Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Fn4 Fn5 Fn6 Fn7 SNAP Fn8 ∫ Verslepen Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. A ∫ Knijpen (vergroten/verkleinen) Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen (vergroten) of knijp het samen (verkleinen). B 2.0X • Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
2. Opstarten/Basisbediening Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie Toepasbare modi: Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden en wordt de foto automatisch gemaakt. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ ×] aan. • De icoon zal in [ ] veranderen en het wordt mogelijk een foto te maken met de Touch Shutter-functie. AE 3 Raak het scherp te stellen onderwerp aan en neem de foto.
2. Opstarten/Basisbediening Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone (Touch AE) Toepasbare modi: U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken overeenkomstig de helderheid van het gezicht. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ AE ] aan. • Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie van de helderheid wordt weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening [REC. SETTING RESET]-knop (resetten van de opname-instellingen) U kunt de opname-instellingen opnieuw op de fabriekswaarden zetten door op deze knop te drukken. Probeer deze knop als de gebruikte functie ophoudt met werken of niet werkt zoals het hoort. Als het opnamescherm weergegeven wordt: Druk op [REC. SETTING RESET]. ンユヤハチヴユヵヵリワヨチンユヴユヵ • Als de opname-instellingen gereset worden, wordt ook de volgende instelling gereset. – Drive-modus • De instellingen van [Gezicht herk.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen. 1 Op [MENU/SET] drukken. [Opname] (P182) In dit menu kunt u de beeldverhouding, het aantal pixels, 4K-foto's en andere aspecten van de beelden die u aan het opnemen bent instellen. [Bewegend beeld] (P202) Dit menu laat u de [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit], en andere aspecten voor filmopnames instellen.
2. Opstarten/Basisbediening 3 Druk op 3/4 van de cursorknop om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET]. • De instelling kan ook geselecteerd worden door aan de bedieningsknop te draaien. • Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een andere manier wordt weergegeven. (bij aanraakbediening) Raak de in te stellen instelling aan.
2. Opstarten/Basisbediening Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden worden. • De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de functie of een weergavestijl waar het toestel zich in bevindt. 1 Druk op [ geven. ] om het Snelmenu weer te • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken.
2. Opstarten/Basisbediening Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu Als [Q.MENU] (P211) in het [Voorkeuze]-menu op [CUSTOM] gezet is, kan het Quick Menu naar wens veranderd worden. Er kunnen tot 15 items in het Quick Menu ingesteld worden. 1 Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 4:3 L 2 3 AUTO Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen. • Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop. • Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de modus of het weergegeven beeldscherm. 1 Selecteer het menu.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te drukken. ∫ Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen 1 2 Raak [ ] aan. Raak [Fn4], [Fn5], [Fn6], [Fn7] of [Fn8] aan.
2. Opstarten/Basisbediening Menu [Voorkeuze] – [Zwart-wit Live View] (P210) – [Opn.gebied] (P211) – [Stapsg. zoom] (P156) – [Zoom snelheid] (P156) – [Touch scherm] (P212) – [Stille modus] (P204) – [Peaking] (P207) – [Histogram] (P208) – [Richtlijnen] (P208) – [Zebrapatroon] (P209) ¢ Instelling van de functieknoppen op het moment van aankoop. • De werking van de cursorknop, [MENU/SET] en de bedieningsknop zijn uitgeschakeld als [Cursortoets vergrend.] ingesteld is.
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren 1 Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te registreren. • Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op [MENU/SET] om de tekst om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens). • Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren, draait u de bedieningsknop naar rechts om de cursor te bewegen.
3. Opnamemodussen Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène, dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder erover na te moeten denken. 1 Zet de modusknop op [¦]. • De camera zal schakelen naar de meest recentelijk gebruikte van de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [i-Nachtl.schap] [iHandh. nachtop.]¢2 [i-Voedsel] [i-Baby]¢3 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¦ ¢1 Alleen weergegeven als de ingebouwde flitser geopend is. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P61) ¢3 Als [Gezicht herk.
3. Opnamemodussen De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals de helderheid en de kleurtoon, terwijl de Intelligent Auto modus ook voor andere instellingen gebruikt wordt zodat u foto's kunt maken die beter bij uw voorkeur passen.
3. Opnamemodussen Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]) Opnamefunctie: Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan. Deze modus is nuttig als u prachtige nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk beweging en ruis van het toestel en zonder een statief te gebruiken. MENU > [Opname] > [iHandh. nachtop.
3. Opnamemodussen Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR]) Opnamefunctie: Is er bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het onderwerp, dan worden meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en gecombineerd voor de creatie van één enkele foto met een rijke gradatie. [iHDR] werkt automatisch zoals vereist wordt. [ ] wordt dan op het scherm weergegeven. MENU > [Opname] > [iHDR] > [ON]/[OFF] • De gezichtshoek zal iets smaller worden.
3. Opnamemodussen Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid Opnamefunctie: ∫ Kleurinstelling 1 Druk op 1 om het instellingenscherm weer te geven. 2 Draai aan de bedieningsknop om de kleur in te stellen. • Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te keren. • De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden (centrumpunt) aannemen wanneer dit toestel uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere opnamemodus gezet wordt.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling helderheid 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. 2 Draai aan de bedieningsknop om de helderheid in te stellen. • U kunt de instelling van de belichtingsbracket aanpassen door op 3/4 te drukken terwijl het instellingenscherm van de helderheid weergegeven wordt. (P143) • Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te keren. OFF +1 -5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5 Verander de instellingen door het aanraakscherm te gebruiken 1 Raak [ ] aan.
3. Opnamemodussen Foto's van uzelf maken ([Zelfopname]) Toepasbare modi: Als u de monitor draait, wordt de zelfopname-modus geactiveerd. U kunt gemakkelijk foto's van uzelf maken terwijl u naar het scherm kijkt. In de zelfopname-modus... • Het bepalen van een compositie is gemakkelijker omdat de opname gemaakt wordt terwijl u naar het scherm kijkt. • Foto's met andere houdingen en gezichtsuitdrukkingen kunnen in één keer genomen worden door het aantal op te nemen beelden te verhogen.
3. Opnamemodussen OFF No Effect ([Gave huid]) Laat gezichten er helderder uitzien en laat de huid zachter lijken. ([Filter selecteren]) Voegt een beeldeffect (filter) toe dat geschikt is voor de Zelfopname-modus. Verandert de instelling van de onscherpte voor de achtergrond van gedetecteerde gezichten. OFF ([Achtergrondcontrole]) [ ON ](Defocus): Maakt de achtergrond van gedetecteerde gezichten onscherp. (Gezichten verder van de camera zullen hoe dan ook onscherp gemaakt worden in de achtergrond.
3. Opnamemodussen 5 Bepaal welke houdingen u aanneemt terwijl u naar de monitor kijkt. • De AF-zone wordt door de gezichtsdetectie-/oogdetectiefunctie rondom het gezicht weergegeven. (Als [š] in de AF-modus niet voor de huidige opnamemodus beschikbaar is, zal voor iedere opnamemodus een beschikbare instelling van de scherpstelling gebruikt worden.) 6 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. 2 • Kijk naar de lens terwijl de opname bezig is.
3. Opnamemodussen Opnames van uzelf maken in de 4K Photo-modus ([4K-Burst (Groothoek)]) U kunt naar de 4K Photo-modus schakelen en foto's van uzelf maken. In de Zelfopname-modus kunt u foto's maken met [4K-Burst (Groothoek)], een instelling die u in staat stelt een bredere achtergrond op te nemen. 1 2 Draai de monitor om de zelfopname-modus in te schakelen. Raak [ OFF No Effect ] aan. OFF OFF 3 Selecteer de opnamemethode en raak die aan.
3. Opnamemodussen Fotograferen in de Zelfopname-modus met nachtlandschap op de achtergrond ([Nachtelijke zelfportret]) Toepasbare modi: Dit voegt een portret dat met de flitser opgenomen is en foto's van de achtergrond die met burst-opname opgenomen zijn samen in een enkele foto waarin zowel de persoon als de achtergrond helder zijn. 1 2 Verschuif de hendel voor het openen van de flitser. 3 Raak [ ] aan om het instellingenscherm te laten weergeven.
3. Opnamemodussen • Als u naar [Nachtelijke zelfportret] schakelt, zullen de instellingen veranderen om bij de scène te passen.
3. Opnamemodussen Panoramafoto's maken met de zelfopname-modus U kunt ook panoramafoto's maken met de zelfopname-modus. Door met de panorama-shot-modus op te nemen, kunt u genieten van een verscheidenheid aan zelfportretten, zoals die met uw vrienden of met een weidse achtergrond. 1 2 3 4 5 6 7 Zet de modusknop op [ ]. Draai de monitor om de zelfopname-modus in te schakelen. • Er zullen instructies weergegeven worden die uitleggen hoe een foto genomen moet worden.
3. Opnamemodussen ∫ Techniek voor Panorama Shot-functie Draai de camera rondom de eigen as wanneer u hem in de opnamerichting beweegt. Houd de camera met beide handen vast en zorg ervoor hem niet te schudden. Voorbeeld: • Als de brandpuntafstand groot is, zoals wanneer een telelens bevestigd is, beweeg de camera dan langzaam. • Als de camera te veel geschud wordt, zouden er geen beelden gemaakt kunnen worden of zou het gemaakte panoramabeeld smaller (kleiner) kunnen worden.
3. Opnamemodussen • Als [Gave huid] ingesteld is – Als u het effectieve niveau op [2] of hoger zet, zal de weergave van het opnamescherm langer dan normaal vertraagd worden en zal het scherm eruit zien alsof er frames wegvallen. – Aangezien het opnemen van dit effect extra beeldverwerking vereist, zal het even duren voordat u de volgende foto beeld kunt opnemen als u foto's maakt met het effectniveau ingesteld op [2] of hoger.
3. Opnamemodussen Veranderen van de manier waarop de sluiter losgelaten wordt In [Sluiter] kunt u de manier kiezen waarop u de opname start zonder op de sluiterknop te drukken. We raden aan dat u het gebruik van de sluiterknop vermijd wanneer bijvoorbeeld jitter optreedt tijdens de werking van de sluiter. • U kunt de opname met de sluiterknop starten onafhankelijk van de instelling van [Sluiter]. Wanneer [ ] (Alleen sluiterknop) gebruikt wordt, kan alleen de sluiterknop gebruikt worden.
3. Opnamemodussen Gezichtssluiter De sluiter wordt losgelaten wanneer een gezicht, dat door de gezichts-/oogdetectiefunctie gedetecteerd wordt, met een hand of een ander voorwerp bedekt wordt en vervolgens opnieuw gedetecteerd wordt. 1 Laat het gele kader van de gezichts-/oogdetectie weergeven. 2 Bedek uw gezicht met uw hand of met een ander voorwerp zodat het gele kader even verdwijnt. 3 Als u uw hand weghaalt en het gele kader verschijnt, wordt de sluiter losgelaten.
3. Opnamemodussen Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven. 3.
3. Opnamemodussen Programmaschakeling In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
3. Opnamemodussen Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren Opnamefunctie: (voorbeeld: in de handmatige belichtingsmodus) SS F 8 15 30 4.0 5.6 5.6 30 0 60 125 8.0 11 Lensopeni ngwaarde Klein Het wordt gemakkelijker om de achtergrond onscherp te maken. +3 A Belichtingsmeter B Lensopeningwaarde C Sluitertijd Groot Het wordt gemakkelijk om de scherpstelling te handhaven tot aan de achtergrond. Sluitertijd Langzaam Het wordt gemakkelijker om beweging uit te drukken.
3. Opnamemodussen Lensopening-Prioriteit AE-modus Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het onderwerp automatisch optimaliseren. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Draai aan de bedieningsknop om de waarde van de lensopening in te stellen. A Lensopeningwaarde B Belichtingsmeter SS F 60 4.0 30 5.6 15 8.0 8 11 4 16 8.
3. Opnamemodussen Handmatige Belichtingsmodus Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Draai aan de bedieningsknop om de waarde van de lensopening en de sluitertijd in te stellen. A Belichtingsmeter SS F B Lensopeningwaarde C Sluitertijd D Hulp bij handmatige belichting • Elke keer dat u op de cursorknop 3 drukt wordt er tussen Openingsinstelling en Sluitertijdinstelling geschakeld. 8 15 30 60 125 4.0 5.6 8.0 11 5.
3. Opnamemodussen ∫ Over [T] (Tijd) Als u de sluitertijd op [T] (Tijd) zet en de sluiterknop volledig indrukt, zal een belichting starten (gaat door gedurende ongeveer 60 seconden). Als u opnieuw op de sluiterknop drukt, zal de belichting eindigen. • Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
3. Opnamemodussen Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) Toepasbare modi: De effecten van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen met gebruik van de preview-modus gecontroleerd worden. • Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik) controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van de lensopening die u instelt.
3. Opnamemodussen Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush AE) instellen Toepasbare modi: Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen. Hoe te weten als de belichting niet geschikt is • Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de helft ingedrukt wordt.
3. Opnamemodussen Panoramafoto's maken (Panorama Shot-modus) Opnamefunctie: Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken. 1 Zet de modusknop op [ ]. • Na het beeldscherm waarin u gevraagd wordt om de opnamerichting te controleren weergegeven is, zullen de horizontale/verticale richtlijnen weergegeven worden. 2 3 Druk de sluiterknop tot halverwege in om scherp te stellen.
3. Opnamemodussen ∫ Veranderen van de opnamerichting en de gezichtshoek (beeldformaat) van panoramafoto's MENU > [Opname]>[Panorama-instellingen] [Richting] [Fotoresolutie] Stelt de opnamerichting in. Stelt de gezichtshoek in (beeldformaat). [STANDARD]/[WIDE] • Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld varieert afhankelijk van het beeldformaat, de opnamerichting en het aantal gecombineerde beelden. Het maximale aantal pixels wordt hieronder afgebeeld.
3. Opnamemodussen ∫ Over afspelen Door op 3 te drukken, zal het afspelen automatisch in dezelfde richting als die van de opname langs gelopen worden. 1/98 • De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden tijdens het langslopen. 3 Start panorama afspelen/Pauze¢ 4 Stop ¢ Als het afspelen gepauzeerd wordt, kunt u vooruit en achteruit scrollen door het scherm te verslepen. Als de schuifbalk aangeraakt wordt, springt de afspeelpositie naar de aangeraakte positie.
3. Opnamemodussen Foto's maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt (Scene Guide modus) Opnamefunctie: Als u een scène selecteert die overeen moet komen met het onderwerp en de opname-omstandigheden, zal de camera de optimale belichting, kleur en focus instellen en u zo in staat stellen een opname te maken die passend is voor de scène. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk op 2/1 om de scène te selecteren.
3. Opnamemodussen Soorten Scene Guide modussen Weergave van de beschrijving van iedere scène en opnametips Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van de scène weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, worden een gedetailleerde uitleg en tips weergegeven.
3. Opnamemodussen [Warme nachtopname] [Artistieke nachtopname] [Fonkelende verlichting] [Nachtop. uit hand] • Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is. • De gezichtshoek zal iets smaller worden. [Nachtportret] [Bloemen] • Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. • Als [Nachtportret] geselecteerd is, houd het onderwerp dan ongeveer 1 seconde stil nadat de foto genomen is.
3. Opnamemodussen Kinderen of portretten met optimale instellingen fotograferen Opnamefunctie: De camera optimaliseert de belichting, de kleurtoon, het brandpunt en andere instellingen voor de onderwerpen. • De volgende items kunnen niet ingesteld worden omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – Items anders dan de instelling van de beeldkwaliteit in [Fotostijl] – [Gevoeligheid] – [Meetfunctie] – [HDR] – [Multi-belicht.] – [Dig.
3. Opnamemodussen Portretmodus De helderheid van het gezicht wordt aangepast en de achtergrond wordt onscherp om een duidelijk portret te creëren. Zet de modusknop op [ ]. • Als u een lens met de zoomfunctie gebruikt, kunt u het effect vergroten door zo veel mogelijk in te zoomen en door de afstand tussen de camera en het onderwerp te verkleinen.
3. Opnamemodussen Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten. U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. A weergave voorvertoning • U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de voorbeeldbeelden aan te raken.
3. Opnamemodussen Soorten beeldeffecten Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van het beeldeffect weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, wordt een uitleg van ieder beeldeffect weergegeven.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Raak [ 2 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. 3 4 ] aan en raak vervolgens [ ] aan. • U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm van het opnamescherm aan te raken. • Raak [ ] aan om de richting van de opname in te stellen (defocus richting). Draai aan de bedieningsknop om de grootte van het in-focus gedeelte te veranderen.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn]) 1 Raak [ 2 Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen. ] aan en raak vervolgens [ ] aan. • De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken. Punt waarop het midden van de lichtbron geplaatst kan worden Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden door het midden van de lichtbron buiten het beeld te plaatsen.
3. Opnamemodussen Beeldeffect Items die ingesteld kunnen worden [Zwart-wit] Kleur [Dynamisch zwart/wit] Contrast [Ruw zwart-wit] Zanderigheid Minder zanderig Zanderiger [Zacht zwart-wit] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus [Expressieve indruk] Frisheid Zwart-wit Popkleuren Zwart-wit Popkleuren [Hoge dynamiek] Frisheid [Kruisproces] Kleur [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm van de helderheid weer te geven. Druk op [Fn1] om het instellingenscherm van de wazigheid weer te geven. Draai aan de bedieningsknop om in te stellen. 2 3 • Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm. • Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [ ] te drukken zal de instelling gewist worden. SS F 500 250 125 60 30 4.0 5.6 8.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Automatisch instellen van het brandpunt Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie optimaal in te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten stellen. 1 Zet de [Focusfunctie] op [AFS], [AFF] of [AFC]. • De Focusmodus zal ingesteld worden. (P100) 2 3 Druk op 2 ( ). Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in. Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast. • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Focusmodus (AFS/AFF/AFC) Toepasbare modi: De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. MENU > [Opname] > [Focusfunctie] Onderdeel [AFS] (Auto Focus Single) Scène (aanbevolen) Onderwerp staat stil (Landschaps-, verjaardagsfoto, enz.) “AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”. De scherpte wordt automatisch ingesteld als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC] • Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt. • Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen. • Terwijl de ontspanknop tot de helft ingedrukt is, zou er trilling op het scherm gezien kunnen worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Auto Focusmodus Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. ([Gezicht/ogen detecteren]) ([Tracking]) ([49-zone]) , enz. ([Voorkeur multi]) ([1-zone]) ([Spot]) De camera detecteert automatisch iemands gezicht en ogen. Het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt zal scherp gesteld zijn terwijl de belichting voor het gezicht geoptimaliseerd wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Druk de sluiterknop tot halverwege in om de compositie in te stellen Wanneer het onderwerp zich niet in het midden bevindt van de samenstelling in [Ø], kunt u het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting vaststellen door de sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de samenstelling die u wilt terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het beeld maken.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Over [š] ([Gezicht/ogen detecteren]) Als de camera een gezicht detecteert, zullen de AF-zone en het teken dat aangeeft dat het oog scherp gesteld is, weergegeven worden. A Oog dat scherp gesteld moeten worden Geel: Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft. Wit: Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi]) U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de AF-zone voor het onderwerp vrij instellen. 1 2 3 Druk op 2 ( ). Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3. Druk op 2/1 om een instelling te selecteren. A De huidige vorm van de AF-zone ([Horizontaal patroon]) ([Verticaal patroon]) ([Cent.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ]/[ ]/[ ] selecteert Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen [DISP.] Wanneer u [ ]/[ ヤビ ]/[ ヤピ Beweegt de positie Verandert het formaat (3 niveaus) Stelt opnieuw de fabrieksinstelling in [Reset] ヤヒ Beschrijving van de bediening ] selecteert Aanraakbediening Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt instellen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de AF-zone Toepasbare modi: Als [š], [ ], [Ø] of [ ] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en het formaat van de AF-zone veranderen. • Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd. • U kunt het instellingenscherm van de AF-zone ook weergeven door het opnamescherm aan te raken (als [Touch AF] van [Touch inst.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de brandpuntpositie instellen door de groep AF-zones te selecteren. De 49 AF-zones zijn in groepen verdeeld waarvan ieder uit 9 zones bestaat (uit 6 of 4 zones op de rand van het scherm). 1 Druk op 2 ( ). 2 Selecteer [ ] en druk op 4. 3 4 Voorbeelden van een • Het beeldscherm voor de instelling van de AF-zone wordt weergegeven. Druk op 3/4/2/1 om een AF-zonegroep te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte positie Toepasbare modi: U kunt de scherpstelling en de helderheid van de positie die u aangeraakt heeft optimaliseren. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU 2 > [Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touch AF] > [AF+AE] Raak het onderwerp aan waarvoor u de helderheid wilt optimaliseren. • Het instellingenscherm van de AF-zone wordt weergegeven.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Handmatig instellen van het brandpunt Toepasbare modi: Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU 2 3 > [Opname] > [Focusfunctie]> [MF] Druk op 2 ( ). Druk op 3/4/2/1 om de brandpuntpositie in te stellen en druk op [MENU/SET].
4.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 5 Druk de sluiterknop tot halverwege in. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken. • Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan. • MF Assist of de MF-gids worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van de gebruikte lens.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) Toepasbare modi: Dit is handig wanneer u een opname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten de AF-zone bevindt of wanneer het contrast te sterk is en u niet de juiste belichting vindt. 1 [AF/AE LOCK] aan een functieknop toekennen. (P54) • U kunt [AF/AE LOCK] alleen toekennen aan [Fn1], [Fn2] of [Fn3]. 2 3 Lijn het scherm uit met het onderwerp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 2 Druk op 3 (È). Draai de bedieningsknop om de belichting te compenseren. A Belichting Bracket B Belichtingscompensatie • U kunt onderstaande handelingen uitvoeren terwijl het beeldscherm van de belichtingscompensatie weergegeven wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en i5 EV. U kunt een waarde instellen tussen j3 EV en i3 EV terwijl u een film opneemt of een opname maakt met de 4K Photo- of de Post Focus-functie. • Als [Auto. belichtingscomp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De lichtgevoeligheid instellen Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. Als u deze hoger zet, kunnen ook op donkere plaatsen opnamen worden gemaakt zonder dat de opnamen donker worden. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU 2 3 > [Opname] > [Gevoeligheid] Selecteer de ISO-gevoeligheid door aan de bedieningsknop te draaien. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Kenmerken van de ISO-gevoeligheid 200 Opnamelocatie (aangeraden) Sluitertijd Ruis Schommelen van het onderwerp Wanneer het licht is (buiten) 25600 Wanneer het donker is Langzaam Snel Minder Verhoogd Verhoogd Minder • Voor informatie over het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P159.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans instellen Toepasbare modi: In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron. 1 2 Druk op 1 ( ). Selecteer de witbalans door aan de bedieningsknop te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon U kunt de kleurtemperatuur met de hand instellen om natuurlijke foto's in verschillende belichtingsomstandigheden te maken. [ ] 6500K 1 Druk op 3. 2 Druk op 3/4 om de kleurtemperatuur te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt de kleur temperatuur instellen van [2500K] tot [10000K]. 3 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. Onder fluorescente verlichting, LED-verlichting enz.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans fijn afstellen U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 2 3 Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4. Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen. 2 : A (AMBER: ORANJE) A 1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG) 3 : G (GROEN: GROENACHTIG) 4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG) • U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van de witbalans aan te raken. • Door op [DISP.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Witbalans Bracket Bracket wordt ingesteld op basis van de afstellingen van de witbalansfijnafstelling; met één druk op de sluiterknop worden automatisch 3 opnamen ineens met verschillende kleuren gemaakt. 1 2 Verricht de fijnafstelling van de witbalans in stap 2 van “De witbalans fijn afstellen” en stel vervolgens de bracket in door aan de bedieningsknop te draaien.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto's maken Toepasbare modi: De camera stelt u in staat burst-foto's van (ongev.) 8 miljoen pixels te maken met 30 frames/seconde. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u het gewenste moment opslaan, dat uit het burst-bestand geëxtraheerd wordt. • Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3 om 4K-foto's te maken. (P28) 1 Druk op [ ].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive [ ] [4K-burst] Voor het vastleggen van de beste opname van een snel bewegend onderwerp (bijv. sport, vliegtuigen, treinen) Audio-opname: niet beschikbaar [ ] [4K-burst (S/S)] “S/S” is een afkorting voor “Start/Stop”. [ ] [4K-voorburst] Voor het vastleggen van onvoorspelbare fotomomenten (bijv. planten, dieren, kinderen) Audio-opname: Beschikbaar¢ Om opnames te maken zodra zich een fotomoment voordoet (bijv. het moment dat met een bal gegooid wordt).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 1 [ ] [4K-burst (S/S)] “S/S” is een afkorting voor “Start/Stop”. 2 Druk de ontspanknop geheel in. C Start (Eerste) D Stop (Tweede) E Het opnemen wordt uitgevoerd • Als u Auto Focus gebruikt, zal [Continu AF] werken tijdens de opname. Het brandpunt zal continu bijgesteld worden. Druk de sluiterknop opnieuw volledig in op de opname te stoppen.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ 4K-Foto's wissen In stap 2 selecteert u [ ]. • De handeling kan geannuleerd worden door op de knop [ [ ] ([Enkel]) of [ ] te selecteren. ] (4) te drukken en vervolgens Leeg raken batterij en temperatuur camera • De camera stopt met werken, uit zelfbescherming, op de manier die hierna beschreven wordt wanneer hij oververhit is door bijvoorbeeld een hoge omgevingstemperatuur of continu 4K-foto's opnemen. Wacht tot de camera afkoelt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren Dit deel beschrijft hoe beelden in het 4K-burst-bestand geselecteerd en bewaard worden. Raadpleeg P122 voor informatie over hoe 4K-burst-bestanden opgenomen moeten worden. 1 Selecteer een beeld met de [ ]-icoon op het afspeelscherm en druk op 3. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. • Als het beeld opgenomen was met [ ] ([4K-voorburst]), ga dan verder met stap 3.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Positie van het weergegeven frame Fn3 Fn1 Knopbediening Aanraakbediening Slepen 2/1 Selecteer / > [MENU/SET] Geeft de vorige of de volgende 45 frames als diavoorstelling weer. • Door opnieuw op dezelfde knop te drukken, zullen de frames weergegeven worden die op de volgende frames volgen dan wel de frames die aan de vorige voorafgaan.
5.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm • Zet [HDMI-functie (afspelen)] (P217) op [AUTO] of [4K]. Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan [AUTO] • Zet [VIERA link] in [TV-verbinding] op [OFF]. • Als u 4K-burst-bestanden op een TV weergeeft die met de camera verbonden is, zullen ze alleen op het 4K-burst-afspeelscherm weergegeven worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Scènes die niet geschikt zijn voor de 4K-fotofunctie Opnames in uiterst heldere locaties of binnenshuis Als onderwerpen op een extreem heldere plaats opgenomen worden, of onder fluorescente/LED-verlichting, kan de kleurtoon of de helderheid van het beeld veranderen en kunnen horizontale strepen op het beeld verschijnen. Het verlagen van de sluitertijd kan het effect van de horizontale strepen verkleinen.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • De volgende menu-items zijn uitgeschakeld: [Opname] [Fotoresolutie]/[Kwaliteit]/[Bracket]/[iHandh. nachtop.]/[iHDR]/[HDR]/ [Panorama-instellingen]/[Sluitertype]/[Flitser]/[Uitgebreide ISO]/[Lang sl.n.red]/[Schaduwcomp.]/[Ex. tele conv.]/[Kleurruimte]/[Gezicht herk.]/ [Profiel instellen] [Voorkeuze] [Opn.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking) Toepasbare modi: De camera stelt u in staat 4K-burst-foto's te nemen terwijl het brandpunt naar verschillende zones verschoven wordt. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u de gewenste focuszone selecteren. Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten. Het is ook mogelijk meerdere focuszones te selecteren en een enkel samengevoegd beeld te creëren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten. • Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt, wordt de opname automatisch beëindigd. Vanaf het moment dat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt tot het einde van de opname. • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp en dezelfde compositie. • Niet de zoom bedienen. • Er zal een film in MP4-formaat opgenomen worden (er zal geen audio opgenomen worden).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Als [Post Focus] gebruikt wordt, is de gezichtshoek smaller. In deze gevallen niet beschikbaar: • De [Post Focus]-functie is uitgeschakeld als de volgende instellingen gebruikt worden: – [Glinsterend water]/[Artistieke nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/ [Nachtop.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto 1 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. 2 Raak het gewenste focusgebied aan. • Een beeld waarin het geselecteerde gebied scherp gesteld is zal weergegeven worden. • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) A Focus: dichterbij B Focus: verder weg 1 2 Raak [ ] in stap 2 van “Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto” aan. (P135) • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [Fn1] te drukken. Raak de samenvoegingsmethode aan. [Automatisch samenvoegen] Selecteert automatisch de foto's die geschikt zijn om samengevoegd te worden en voegt ze samen in één enkel beeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 (Wanneer [Bereik samenvoegen] geselecteerd is) Raak het gewenste focusgebied aan. • Specificeer minstens twee gebieden. • De in-focus-gebieden tussen de twee gebieden zullen ook geselecteerd worden en het gecombineerde in-focus-gebied zal aangeduid worden. • De grijze gebieden duiden op gebieden die, indien geselecteerd, tot gevolg kunnen hebben dat het samengevoegde beeld er onnatuurlijk uitziet, en op gebieden die niet geselecteerd kunnen worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. 1 2 Druk op 4 ( ). Druk op 2/1 om de drivemodus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. H A Drive-modus 3 1 [Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. 2 [Burstfunctie] (P139) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Burstfunctie ∫ De burst-snelheid instellen Na op 3 gedrukt te hebben in stap 2 op P138, drukt u op 2/1 om de burst-snelheid te selecteren en drukt u vervolgens op [MENU/SET].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Scherpstellen in burstfunctie De manier om scherp te stellen varieert en is afhankelijk van de instelling van de focusmodus (P100) en de instelling van de [Prio. focus/ontspan] (P206) in het [Voorkeuze]-menu. Focusmodus [AFS] [AFF]/[AFC]¢1 [MF] [Prio.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Zelfontspanner ∫ Instellen van de zelfontspanner Na op 3 gedrukt te hebben in stap 2 op P138, drukt u op 2/1 om de tijd te selecteren en drukt u vervolgens op [MENU/SET]. 10 10 2 Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt. Na 10 seconden maakt het toestel 3 foto’s met tussenpozen van ongeveer 2 seconden. Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt. • Wanneer u een statief, enz.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt (Bracket opname) Toepasbare modi: U kunt meerdere foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op de sluiterknop te drukken. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU > [Opname] > [Bracket]> [Type Bracket] (Belichting Bracket) (Witbalans Bracket) 2 Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de belichting aangepast wordt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive In deze gevallen niet beschikbaar: • De bracket-opname wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld. – [Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen] (Scene Guide modus) – [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus) – In de zelfopname-modus – Bij opnames met gebruik van de flitser (behalve voor de witbalansbracket).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Automatisch beelden opnemen met ingestelde tijdsintervallen ([Intervalopname]) Toepasbare modi: De camera kan automatisch onderwerpen opnemen zoals dieren en planten, terwijl de tijd verstrijkt, en een film creëren. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P36) • De beelden die met Time Lapse Shot opgenomen zijn, worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. (P179) 1 Selecteer het menu.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 2 3 Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk de ontspanknop geheel in. • De opname start automatisch. • Tijdens opname standby zal de stroom automatisch uitgeschakeld worden als gedurende bepaalde tijd geen handelingen verricht worden. Time Lapse Shot wordt zelfs voortgezet als de stroom uitgeschakeld is. Wanneer de opnamestarttijd bereikt wordt, wordt de stroom automatisch ingeschakeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera. • [Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet. – Als de batterij leeg raakt – De camera uitzetten Tijdens [Intervalopname] kunt u de batterij en de kaart vervangen en vervolgens opnieuw van start gaan door dit toestel in te schakelen (Houd er rekening mee dat foto's die na de herstart genomen worden als een afzonderlijke reeks groepsbeelden opgeslagen zullen worden).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Creëren van stopmotion-beelden ([Stop-motionanimatie]) Toepasbare modi: Een stop-motionbeeld wordt gecreëerd door beelden samen te voegen. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P36) • De beelden die met [Stop-motionanimatie] genomen zijn, worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. (P179) 1 Selecteer het menu.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 6 7 Raak [ ] aan om de opname te eindigen. • De opname kan ook beëindigd worden door [Stop-motionanimatie] te selecteren in het [Opname]-menu en vervolgens op [MENU/SET] te drukken. • Als [Automatische opname] op [ON] gezet is, selecteer dan [Exit] op het bevestigingsscherm. (Als [Onderbreken] geselecteerd wordt, druk de sluiterknop dan volledig in om de opname te hervatten.) 30 Selecteer de methode voor de creatie van een film.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Het kan zijn dat de automatische opname niet plaatsvindt met de ingestelde tijdsintervallen omdat de opname onder bepaalde omstandigheden tijd vergt, zoals wanneer de flitser bij de opname gebruikt wordt. • Als een film gecreëerd wordt met een [Opn. kwaliteit]-instelling van [4K/30p], [4K/25p] of [4K/ 24p], worden de opnametijden beperkt tot 29 minuten en 59 seconden.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator Toepasbare modi: De camera detecteert het schudden tijden de opname en corrigeert dit automatisch. U kunt dus beelden opnemen die minder bewogen zijn. Er wordt een lens vereist die de stabilisatorfunctie ondersteunt. • De onderling verwisselbare lens (H-FS12032/H-FS35100/H-PS14042) ondersteunt de optische beeldstabilisatorfunctie. • Als u een onderling verwisselbare lens met O.I.S.-schakelaar gebruikt, wordt de stabilisatorfunctie gebruikt als de O.I.S.
6. Stabilisator, zoom en flitser Golfstoring (camerabeweging) Wanneer de beeldbibberalert [ ] verschijnt, [Stabilisatie], een statief of de zelfontspanner (P141) gebruiken. • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom Optische zoom Toepasbare modi: U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen, enz., op te nemen. T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek Onderling verwisselbare lens met een zoomring (H-FS12032/ H-FS35100) Draai aan de zoomring. T W Beweeg de zoomhendel. T (De zoomsnelheid varieert afhankelijk De onderling van hoe ver u de hendel verplaatst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vergroten van het telescopische effect [Ex. tele conv.] Toepasbare modi: De Extra teleconversielens stelt u in staat om beelden op te nemen die verder uitvergroot zijn zonder dat dit afbreuk aan de beeldkwaliteit doet. Fotograferen 1,2k: [ 1,4k: [ 2,0k: [ [Ex. tele conv.] ([Opname]) • Zet de beeldgrootte op [M]of [S] (beeldgroottes die met kwaliteit op [A] of [›]. Wanneer u bewegende beelden opneemt [Ex. tele conv.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Verhoging van de zoomvergroting in stappen • Dit kan alleen gebruikt worden als beelden opgenomen worden. 1 Selecteer het menu. (P50) > MENU 2 3 4 [Opname] > [Ex. tele conv.] > [ZOOM] Stel een functieknop in op [Zoombediening]. (P54) Druk op de functieknop. Druk op 2/1 of 3/4.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Als u [Ex. Tele Conv.] op [Fn knopinstelling] zet (P54), in het [Voorkeuze]-menu, kunt u het instellingenscherm van de extra teleconversie voor zowel foto's als films weergeven door op de toegekende functieknop te drukken. Terwijl dit scherm weergegeven wordt, kunt u de instelling van [Fotoresolutie] veranderen door op [DISP.] te drukken. In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – [Nachtop.
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de instellingen voor een power-zoomlens Toepasbare modi: Stelt de schermweergave en lenshandelingen in wanneer een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is met power zoom (elektrisch werkende zoom)¢. • Dit kan alleen geselecteerd worden wanneer een lens gebruikt wordt die compatibel is met power zoom (elektrisch werkende zoom). ¢ H-PS14042 MENU > [Voorkeuze] > [Powerzoomlens] [Brandp.afst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) (De optische zoom en de extra teleconversie voor het maken van foto's zijn werkzaam) • Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die geen power zoom ondersteunt (H-FS12032/H-FS35100), kunt u de Extra teleconversie van beelden alleen bedienen door [Ex. tele conv.] (P153) op [ZOOM] te zetten. 1 2 Raak [ ] aan. Raak [ ] aan. • De schuifbalk wordt afgebeeld.
6. Stabilisator, zoom en flitser Foto’s maken met de flitser Toepasbare modi: ∫ Openen/Sluiten van de ingebouwde flitser Fotograferen met de flitser wordt mogelijk door de ingebouwde flitser te openen. A De flits openen Verschuif de hendel voor het openen van de flitser. B De flits sluiten Druk op de flits totdat deze klikt. • Het geforceerd sluiten van de flitser kan de camera schade berokkenen. • Sluit de ingebouwde flitser altijd als u deze niet gebruikt.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vakkundig gebruik van de flitser • Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap.
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de flitsermodus Toepasbare modi: De flits instellen voor opnamen. Selecteer het menu. (P50) MENU ‰ > [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie] De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities. ([Flitser altijd aan]) • Gebruik deze functie wanneer uw ([Gdw. aan/rode-og]) object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) ‰ Flitsinstelling 1/50¢ Sluitertijd (Sec.) 1 tot 1/16000e ¢ In de Sluiter-Prioriteit AE-modus kan de sluitertijd ingesteld worden op een waarde tussen 60 seconden en 1/50 seconde; in de handmatige belichtingsmodus kan deze tijd ingesteld worden op T (Tijd) of op een waarde tussen 60 seconden en 1/50 seconde.
6. Stabilisator, zoom en flitser De flitsoutput aanpassen Toepasbare modi: Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of onderbelicht zijn. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU 2 > [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.] Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt van [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van 1/3 EV instellen. • Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
7. Films opnemen Opnemen van films/4K-films Toepasbare modi: Dit kan volledig hoge definitie bewegende beelden die compatibel zijn met het AVCHD-formaat of bewegende beelden die opgenomen zijn in MP4 opnemen. Bovendien kan de camera 4K-films opnemen in MP4. (P166) De audio zal stereo opgenomen worden. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen.
7. Films opnemen • Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld. • Wanneer u de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt en u haalt uw vinger van de zoomhendel, de brandpunthendel, tijdens het opnemen van een film, dan kan het zijn dat het geluid van de terugkerende hendel opgenomen wordt. Wanneer u de hendel weer op de beginstand zet, doe dat dan zachtjes.
7. Films opnemen Instelling van formaat, grootte en beeldsnelheid 1 Selecteer het menu. (P50) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een high-definition TV, enz. [AVCHD] [MP4] 2 Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een PC, enz. Druk op 3/4 om [Opn. kwaliteit] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
7. Films opnemen • Hoe hoger de waarde van de “Bitsnelheid” is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat de camera gebruik maakt van de “VBR”-opnamemethode, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als [Miniatuureffect] voor de Creative Control modus geselecteerd is, kunt u niet de items selecteren die voor 4K-films gebruikt worden.
7. Films opnemen Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF]) Toepasbare modi: Het scherpstellen verandert, afhankelijk van de instelling van de focusmodus (P100) en de instelling van [Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu. Focusmodus [AFS]/[AFF]/ [AFC] [MF] [Continu AF] Beschrijving van instellingen [ON] De camera zal tijdens het opnemen automatisch op onderwerpen blijven scherpstellen. [OFF] De camera handhaaft de brandpuntpositie bij de start van de opname.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. • Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie (P47) beschikbaar is. 13 ∫ Instelling van de filmprioriteit- of fotoprioriteitmodus Toepasbare modi: Selecteer het menu.
7. Films opnemen • De beeldverhouding zal vaststaan op [16:9]. In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Als [Opn. kwaliteit] op [4K/100M/30p], [4K/100M/25p] of [4K/100M/24p] gezet is voor MP4-films of [FHD/24M/24p] voor AVCHD-films (alleen als [ ] ([Fotoprioriteit]) geselecteerd is) – Als de drive-modus op 4K-foto gezet is (alleen als [ ] ([Fotoprioriteit]) ingesteld is) – Als [Ex. tele conv.
7. Films opnemen Opnemen van Snap Movies Toepasbare modi: U kunt de opnametijd van tevoren specificeren en films opnemen alsof u fotografeert. De functie stelt u ook in staat de scherpstelling aan het begin van de opname te verplaatsen en van tevoren infade/outfade-effecten toe te voegen. • Films zullen opgenomen worden met [FHD/20M/25p] in [MP4]. • Door de app voor smartphone/tablet “Panasonic Image App” te gebruiken, kunt u films die met de camera opgenomen zijn samenvoegen.
7. Films opnemen ∫ Veranderen van de Snap Movie-instellingen Selecteer het menu. (P50) MENU > [Opnametijd] [Trekfocus] [Fade] [Bewegend beeld] > [Snapfilm] > [SET] Stelt de opnametijd van films in. Maakt dramatische beeldexpressie mogelijk door de focus aan het begin van de opname geleidelijk te verplaatsen. (P173) Voegt een fade-in-effect (geleidelijke verschijning) aan beeld en audio toe als de opname start, of voegt een fade-out-effect (geleidelijk verdwijnen) eraan toe als de opname eindigt.
7. Films opnemen Instellen [Trekfocus] Stel de frames in die de posities specificeren waar de [Trekfocus] start (eerste positie) en stopt (tweede positie). Knopbediening 1 2 3 Druk op 2. Druk op 3/4/2/1 om het kader van de AF-zone te verplaatsen en druk op [MENU/SET]. (Eerste positie) • Als u op [DISP.] drukt voordat u op [MENU/SET] drukt, zal het kader naar het midden terugkeren. Herhaal stap 2. (Tweede positie) • Als u op [MENU/SET] drukt, zullen de instellingen van het kader gewist worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. • Het is tevens mogelijk om beelden vooruit/achteruit te spoelen door het scherm horizontaal te verslepen (P46).
8. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD en MP4 formaten. • Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon ([ ]). Druk op 3 om af te spelen. 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.
8. Afspelen en bewerken van beelden Creëren van foto’s uit een video U kunt een scène van een film als een foto bewaren. 1 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • U kunt het punt van splitsing precies instellen door op 2/1 te drukken terwijl de film gepauzeerd is. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ] aan te raken. • Foto's zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op [›].
8. Afspelen en bewerken van beelden Omschakelen van de afspeelwijze De terugspeelzoom gebruiken Draai de bedieningsknop naar rechts. 1k 2k 4k 8k 2.0X 16k • Als de bedieningsknop naar links gedraaid wordt nadat het beeld uitvergroot is, zal de uitvergroting kleiner zijn. • U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door het deel dat u wilt vergroten (P46) samen te knijpen/te spreiden. • U kunt het vergrote deel bewegen door op 3/4/2/1 te drukken of door het scherm te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden afspelen op opnamedatum (Calender Playback) 1 Draai de bedieningsknop naar links om het kalenderscherm weer te geven. 2 Druk op 3/4/2/1 om de opnamedatum te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Alleen de beelden die op die datum opgenomen zijn zullen weergegeven worden. • Draai de bedieningsknop naar links om terug te keren naar de weergave van het kalenderscherm.
8. Afspelen en bewerken van beelden Afspelen van groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P231) [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die in een Time Lapse Shot gemaakt zijn.
8. Afspelen en bewerken van beelden Een voor een afspelen van groepsbeelden 1 Op 4 drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ [ ], of [ ] aan te raken. 2 ], 1/98 IRWR Druk op 2/1 om de beelden langs te lopen. • Door opnieuw op 4 te drukken of door [ afspeelscherm. ] aan te raken, keert u terug naar het gewone • Ieder beeld van de groep kan op dezelfde manier als normale beelden behandeld worden wanneer ze afgespeeld worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. 2 ]. ] Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Wissen van meer beelden of van alle beelden 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [ ].
9. De menufuncties gebruiken Menulijst [Opname] [Set-up] P182 P213 [Bewegend beeld] P202 [Afspelen] [Voorkeuze] P204 P221 • [Fotostijl], [Filterinstellingen], [Focusfunctie], [Meetfunctie], [Int.dynamiek], [I.resolutie], [Diffractiecompensatie], [Dig. zoom] en [Stabilisatie] zijn gemeenschappelijk voor zowel het [Opname]-menu als het [Bewegend beeld]-menu. Het veranderen van deze instellingen in een van de menu's wordt weerspiegeld in het andere menu.
9. De menufuncties gebruiken [Fotostijl] Toepasbare modi: U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken. Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het effect naar uw wens af te stellen. MENU > [Opname] > [Fotostijl] [Standaard] Dit is de standaard instelling. [Levendig]¢ Prachteffect met hoge verzadiging en contrast. [Natuurlijk]¢ Zacht effect met laag contrast. [Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen. [L.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 6WDQGDDUG • De beeldkwaliteit kan in de Intelligent Auto Plus modus niet afgesteld worden. 1 2 -5 ±0 [Filtereffect]¢2 ±0 DISP.カスタム登録 Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [s] Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [r] Het beeld is zeer scherp. [s] Het beeld is onscherp. [r] Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan een beetje minder worden.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Registreren van instellingen op [Custom] Regel de beeldkwaliteit door stap 2 van “Bijstellen van de beeldkwaliteit” te volgen en druk vervolgens op [DISP.]. [Filterinstellingen] Toepasbare modi: U kunt beeldeffecten (filters) die voor de Creative Control modus beschikbaar zijn toepassen op beelden in andere modussen, zoals de Lensopening-Prioriteit AE-modus of de Panorama Shot modus.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gelijktijdig met en zonder beeldeffect foto's maken ([Gelijktijdig zond. filter]) U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto's nemen, een met een beeldeffect en een zonder. MENU > [Opname] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig zond. filter] Instellingen: [ON]/[OFF] • Eerst zal een foto met een beeldeffect opgenomen worden, gevolgd door een foto zonder beeldeffect. • Alleen een beeld met een beeldeffect wordt voor Auto Review weergegeven.
9. De menufuncties gebruiken [Aspectratio] Toepasbare modi: Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past. MENU > [Opname] > [Aspectratio] [4:3] [Aspectratio] van een 4:3 TV [3:2] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera [16:9] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz. [1:1] Vierkante aspectratio [Fotoresolutie] Toepasbare modi: Stel het aantal pixels in.
9. De menufuncties gebruiken [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. [A] JPEG [›] [ ] [ ] [ Beschrijving van instellingen ] RAWiJPEG RAW Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit. Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames zonder het aantal pixels te verhogen.
9. De menufuncties gebruiken [Meetfunctie] Toepasbare modi: Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. MENU > [Opname] > [Meetfunctie] [ ] (Meervoudig) Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
9. De menufuncties gebruiken [Int.dynamiek] Toepasbare modi: Contrast en belichting worden gecompenseerd als het verschil in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp groot is, enz. MENU > [Opname] > [Int.dynamiek] Instellingen: [AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] In deze gevallen niet beschikbaar: • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Wanneer [HDR] op [ON] gezet is [I.
9. De menufuncties gebruiken [HDR] Toepasbare modi: U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren met rijke schakeringen. U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is. Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
9. De menufuncties gebruiken [Multi-belicht.] Toepasbare modi: Heeft een effect als multi-belichting tot gevolg. (equivalent aan tot 4 keer voor een afzonderlijk beeld) > [Opname] > [Multi-belicht.] Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Bepaal de samenstelling en maak het eerste beeld. MENU 1 2 • Na het maken van de foto de sluiterknop tot halverwege indrukken om de volgende foto te maken.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitertype] Toepasbare modi: Selecteer de sluiter die voor het maken van de foto' s gebruikt moet worden. MENU > [AUTO] [EFC] [ESHTR] [Opname] > [Sluitertype] De sluitermodus schakelt automatisch om op grond van de opname-omstandigheden en de sluitertijd. Maakt foto's in de Elektronische Voorste Gordijnsluiter-modus. Maakt foto's in de Elektronische Sluitermodus Elektronische voorste gordijnsluiter Elektronische sluiter Flitser ± — Sluitertijd (Sec.
9. De menufuncties gebruiken [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld. MENU > [Opname] > [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
9. De menufuncties gebruiken [ISO-verhoging] Toepasbare modi: U kunt voor iedere 1/3 EV de instellingen van de ISO-gevoeligheid bijstellen. MENU > [Opname] > [ISO-verhoging] Instellingen: [1/3 EV]/[1 EV] [Uitgebreide ISO] Toepasbare modi: De ISO-gevoeligheid kan ingesteld worden tot een minimum van [ISO100].
9. De menufuncties gebruiken [Lang sl.n.red] Toepasbare modi: De camera verwijdert automatisch ruis die ontstaat bij een tragere sluitertijd, wanneer u nachtscènes enz. wilt opnemen, zodat u toch mooie opnamen kunt maken. MENU > [Opname] > [Lang sl.n.red] Instellingen: [ON]/[OFF] • [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] wordt weergegeven gedurende dezelfde tijd als de sluitertijd voor de signaalverwerking.
9. De menufuncties gebruiken [Diffractiecompensatie] Toepasbare modi: De camera verhoogt de resolutie door de wazigheid te corrigeren die door diffractie veroorzaakt wordt wanneer de lensopening dichtgaat. MENU > [Opname] > [Diffractiecompensatie] Instellingen: [AUTO]/[OFF] • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Beeldruis kan sterker worden met een hogere ISO-gevoeligheid.
9. De menufuncties gebruiken [Gezicht herk.] Toepasbare modi: Gezichtsdetectie is een functie waarmee een gezicht gevonden wordt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting daarvan automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan de camera toch een duidelijk beeld maken. KEN MENU > KEN [Opname] > [Gezicht herk.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gezichtsinstellingen U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van maximaal 6 personen. Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert.
9. De menufuncties gebruiken 4 Selecteer het item. • U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren. [Naam] Het is mogelijk namen te registreren. • Raadpleeg P57 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. [Leeftijd] Het is mogelijk de verjaardag te registreren. (Voeg Beelden toe) Extra gezichtsbeelden toevoegen. [Beeld toev.] 1 Selecteer het frame van de ongeregistreerde gezichtsdetectie en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Voer stappen 3 in “Gezichtsinstellingen” uit.
9. De menufuncties gebruiken [Profiel instellen] Toepasbare modi: Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto's opnemen. U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met gebruik van [Tekst afdr.] (P236).
9. De menufuncties gebruiken [Bewegend beeld]-menu : • [Fotostijl] (P183) • [Filterinstellingen] (P185) • [Snapfilm] (P171) • [Opname-indeling] (P166) • [Opn. kwaliteit] (P166) • [Focusfunctie] (P100) • [Foto/film] (P169) • [Continu AF] (P168) • [Meetfunctie] (P189) • [Int.dynamiek] (Intelligent dynamic range control) (P190) • [I.resolutie] (P190) • [Diffractiecompensatie] (P197) • [Ex. tele conv.] (P153) • [Dig. zoom] (P155) • [Stabilisatie] (P150) • [Antiflikkering] (P202) • [Micr. weerg.
9. De menufuncties gebruiken [Uitsch. geluid vd wind] Toepasbare modi: Dit zal de windruis verlagen die van de interne microfoon afkomstig is terwijl de geluidskwaliteit gehandhaafd blijft. MENU > [Bewegend beeld] > [Uitsch. geluid vd wind] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[OFF] • [HIGH] verlaagt daadwerkelijk de windruis door het lage geluid te minimaliseren als sterke wind gedetecteerd wordt. • [STANDARD] extraheert en verlaagt de windruis, zonder de geluidskwaliteit te verslechteren.
9. De menufuncties gebruiken : MENU [Voorkeuze]-menu > [Voorkeuze] Schakelt werkgeluiden en verlichting in een keer uit. • De audio van de luidspreker zal op mute gezet worden en de flitser en het AF Assist-lampje zullen uitgeschakeld worden. De volgende instellingen worden vastgezet. – [Sluitertype]: [ESHTR] – [Flitserfunctie]: [Œ] (flitser gedwongen uitgeschakeld) – [AF ass. lamp]: [OFF] – [Beep volume]: [s] (OFF) – [Shutter vol.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Versnelt het scherpstellen dat plaatsvindt wanneer u de ontspanknop indrukt. [Quick AF] • De batterij raakt sneller op dan normaal. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – In de preview-modus – In situaties met weinig licht s [Spot AF tijd] Stelt in hoe lang het scherm vergoot wordt wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt met de Auto Focus Mode ingesteld op [ ].
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] [AF ass. lamp] (wordt vervolgd) • De AF Assist-lampje kan ernstig geblokkeerd raken en dan wordt het moeilijker om scherp te stellen als een lens met een grote diameter gebruikt wordt. • De instelling is vastgesteld op [OFF] in de volgende gevallen. – [Landschap]/[Blauwe lucht]/[Romantische zonsondergang]/[Levendige zonsondergang]/ [Glinsterend water]/[Heldere nachtopname]/[Koele nachtopname]/[Warme nachtopname]/[Artistieke nachtopname]/[Nachtop.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] [MF assist weergave] [MF-gids] Stelt in of MF Assist (vergroot scherm) in een venster op het scherm weergegeven wordt dan wel op het volledige scherm. Wanneer u de focus handmatig instelt, wordt er een MF-gids die het u toelaat de richting te controleren voor het verkrijgen van de focus afgebeeld.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te beelden. U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken. • Bediening door rechtstreekse aanraking is ook mogelijk vanuit het opnamescherm. [Histogram] [Richtlijnen] • Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Wanneer de automatische overzichtfunctie geactiveerd is of wanneer u terugspeelt, verschijnen er witte verzadigde zones die in het zwart en wit knipperen. [Highlight] • Als er wit verzadigde zones zijn, raden we aan de belichting naar negatief te compenseren (P114), onder raadpleging van het histogram (P208) en het beeld dan opnieuw te maken. Het beeld kan zo een betere kwaliteit krijgen.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] [Zebrapatroon] (wordt vervolgd) [Zwart-wit Live View] • Als u [Zebrapatroon] toekent aan [Fn knopinstelling] (P54) in het [Voorkeuze]-menu, zal het zebrapatroon als volgt omgeschakeld worden telkens wanneer u op de functieknop drukt waar de instelling aan toegekend is: [Zebra 1] > [Zebra 2] > [OFF].
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Dit verandert de zichthoek tijdens de bewegende beeldopname en stilstaande beeldopname. [Opn.gebied] [Rest-aanduiding] [Auto review] • De aangeduide opnamezone is een benadering. • [Opn.gebied] is niet beschikbaar voor 4K-foto of opnemen met [Post Focus]. Dit zal van display schakelen tussen het aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd. • [9999i] wordt weergegeven als er meer dan 10000 foto’s gemaakt kunnen worden.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Verandert de bedieningsinstellingen voor Manuele focus die ingeschakeld zijn wanneer een onderling verwisselbare lens zonder focusring (H-FS12032) gebruikt wordt. [MF vergrotingsniveau]: Er kan een aanvankelijk vergrotingsniveau van MF Assist tussen 3 en 10 keer ingesteld worden. • Als [MF assist weergave] op [PIP] gezet wordt, kan de weergave alleen tot 6 keer vergroot worden, onafhankelijk van deze instelling.
9. De menufuncties gebruiken : MENU [Set-up]-menu > [Set-up] [Online handleiding] [URL weergeven]/[QR-code weergeven] [Klokinst.] De datum en de tijd instellen. s P36 Stelt de tijden in voor de regio waar u woont en uw vakantiebestemming. • [Bestemming] kan ingesteld worden na het instellen van [Home]. Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te stellen.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [Reisdatum] (wordt vervolgd) [Wi-Fi] [Toon] • U kunt het aantal verstreken dagen en de reisbestemming weergeven tijdens het afspelen of ze op de opgenomen beelden stempelen in [Tekst afdr.] (P236). • Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden met gebruik van de software “PHOTOfunSTUDIO” (P290). • De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor worden ingesteld. 1 [Scherm] 2 Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij met 2/1. • De instellingen kunnen ook uitgevoerd worden door aan de bedieningsknop te draaien. s Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. • Het kan zijn dat sommige onderwerpen op de monitor er anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [Slaapsmodus]: De camera wordt automatisch uitgeschakeld als hij camera niet gebruikt wordt gedurende de in de instelling geselecteerd tijd. [Slaapsmodus (Wi-Fi)]: De camera wordt automatisch uitgeschakeld als hij niet met een Wi-Fi-netwerk verboden is en niet gebruikt is gedurende (ongev.) 15 minuten. [Auto scherm uit]: De monitor wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet gebruikt wordt gedurende de in de instelling geselecteerd tijd.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [HDMI-functie (afspelen)]: Stelt het uitgangsformaat van het beeld in. [TV-verbinding] [AUTO]: De outputresolutie wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie die wordt verkregen van de aangesloten TV. [4K]: Voor de uitvoer wordt de progressieve methode met 2160 beschikbare scanlijnen en een uitvoerresolutie van 3840k2160 gebruikt. [1080p]: De progressieve methode met 1080 beschikbare scanlijnen wordt gebruikt voor output.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [3D-weergave]: Stelt de uitvoermethode voor 3D-beelden in. [ ]: Ingesteld als verbinding met een 3D-compatibele televisie gemaakt wordt. [TV-verbinding] (wordt vervolgd) [ ]: Instellen voor aansluiting op een niet 3D-compatibele televisie. Stel dit in als u 2D-beelden (conventionele beelden) op een 3D-compatibele televisie wilt bekijken.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001. [Nr. resetten] • Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. • U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Het mapnummer moet gerest worden voordat het 999 bereikt. We raden aan de kaart (P29) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen heeft.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] Het zal de optimalisering van het beeldsysteem en de beeldverwerking uitvoeren. [Pixelverbeter.] [Sensorreiniging] • Beeldinrichting en beeldverwerking zijn optimaal op het moment dat het toestel aangeschaft wordt. Gebruik deze functie wanneer heldere punten, die niet in het onderwerp aanwezig zijn, opgenomen worden en u dit niet wilt. • Zet de camera uit en weer aan na het corrigeren van de pixels.
9. De menufuncties gebruiken : [Afspelen]-menu • [2D/3D-inst.] (P222) • [Diashow] (P223) • [Afspeelfunctie] (P224) • [Locatie vermelden] (P225) • [Schoonheidseffect] (P226) • [RAW-verwerking] (P229) • [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P231) • [Lichtcompositie] (P232) • [Retouche wissen] (P234) • [Titel bew.] (P235) • [Tekst afdr.] (P236) • [Splits video] (P237) • [Intervalvideo] (P238) • [Stop-motionvideo] (P238) • [Nw. rs.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Selecteren van (een) beeld(en) na de selectie van [Enkel] of [Multi] • Als [Enkel] en [Multi] niet beschikbaar zijn, selecteer dan een beeld o dezelfde manier waarop [Enkel] geselecteerd wordt. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Als [Inst./annul] rechtsonder op het scherm weergegeven wordt, wordt de instelling gewist wanneer opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt.
9. De menufuncties gebruiken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
9. De menufuncties gebruiken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Effect] [Duur] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
9. De menufuncties gebruiken [Locatie vermelden] U kunt de locatie-informatie die van een smartphone verstuurd is (breedtegraad en lengtegraad) op beelden schrijven. • U kunt locatie-informatie versturen en deze op beelden schrijven met gebruik van een smartphone. (P255) • U dient “Panasonic Image App” op uw smartphone te installeren. (P248) • Lees de [Help] in het “Image App”-menu voor meer details over hoe te werk te gaan. Voorbereiding: Locatie-informatie naar de camera versturen vanaf de smartphone.
9. De menufuncties gebruiken [Schoonheidseffect] Pas esthetische en make-up-effecten toe op de gezichten op uw foto's. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Schoonheidseffect] Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Op 2/1 drukken om het gezicht van de persoon dat bewerkt moet worden te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. • Er kan slechts één persoon met een pijl geselecteerd worden. • Als slechts één persoon gedetecteerd wordt, druk dan op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken A (Items) [Esthetisch effect] B (Sub-items) [ ] ([Gave huid]) Reduceert vlekken en dofheid van de huid terwijl de helderheid ervan geaccentueerd wordt. [ ] ([Glansverwijdering]) Glimmende zones van de huid worden iets matter gemaakt. [ ] ([Wit maken]) De ogen en tanden worden witter en dus mooier gemaakt. [ ] ([Contourcorrectie]) Gezichtslijnen worden aangescherpt. [ ] ([Nadruk op ogen]) De ogen worden groter en duidelijker gemaakt.
9. De menufuncties gebruiken • U kunt niet twee of meer personen tegelijk retoucheren. Bewaar de foto één keer en selecteer vervolgens de volgende persoon. • De helderheid van kleur van een foto voorafgaand aan het opslaan en van een opgeslagen foto kan verschillend zijn. • Als het onderwerp een bril draagt of als het gezicht niet correct gedetecteerd kan worden, kunt u mogelijk niet in staat zijn het gezicht naar wens te retoucheren.
9. De menufuncties gebruiken [RAW-verwerking] U kunt de beelden die in het RAW-formaat opgenomen zijn verwerken. De verwerkte beelden zullen in JPEG-formaat bewaard worden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [RAW-verwerking] Selecteer RAW-beelden met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om een item te selecteren. • U kunt de volgende items instellen. De instellingen die u voor de opname gebruikte worden geselecteerd als u deze items begint in te stellen. [Witbalans] [Belichtingscomp.
9. De menufuncties gebruiken 3 4 5 Druk op [MENU/SET] en stel in. • Raadpleeg “Instellen van de items” op P230. Op [MENU/SET] drukken. • Deze handeling brengt u terug naar het scherm van stap herhaalt u de stappen 2 tot 4. 2. Om andere items in te stellen, Selecteer [Start verwerking] met 3/4 en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Instellen van de items Als u een item selecteert, zal het instellingenscherm weergegeven worden.
9. De menufuncties gebruiken Instelling [Set-up] Als u een item selecteert, zal het scherm weergegeven worden waarin u gevraagd wordt [Aanpassingen herstellen], [Kleurruimte] of [Fotoresolutie] weer te geven. 1 Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • Als u [Aanpassingen herstellen] selecteert, zal een bevestigingsscherm weergegeven worden. Door [Ja] te selecteren zal de handeling uitgevoerd worden en keert u terug naar het scherm voor de selectie van het item.
9. De menufuncties gebruiken [Lichtcompositie] Selecteer meervoudige frames uit de 4K-burst-bestanden die u wenst te combineren. Delen van het beeld die helderder zijn dan het vorige frame zullen over het vorige frame heen geplaatst worden om de frames tot één foto te combineren. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Lichtcompositie] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/ SET]. Kies de samenvoegmethode en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Samengesteld samenv.
9. De menufuncties gebruiken [Bereik samenvoegen] instelling Selecteer de eerste en de laatste frames van de tussenliggende frames waarvan de helderder delen over elkaar heen geplaatst moeten worden. 1 Selecteer het frame van de eerste foto en druk op [MENU/SET]. De selectiemethode is dezelfde als die in stap 1 van de [Samengesteld samenv.]-instelling. 2 Selecteer het frame van de laatste foto en druk op [MENU/SET]. 3 Selecteer [Ja] op het bevestigingsscherm en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Retouche wissen] • Het wissen kan alleen uitgevoerd worden door aanraking. [Retouche wissen] schakelt automatisch de aanraakbediening in. [Afspelen] > MENU > [Retouche wissen] 1 2 Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Sleep uw vinger over het deel dat u wilt wissen. • De te wissen delen zijn gekleurd. • Door [Onged. maken] aan te raken, worden de gekleurde delen opnieuw op de vorige status gezet.
9. De menufuncties gebruiken [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P236). MENU 1 2 > [Afspelen] > [Titel bew.] Selecteer de opname. (P222) • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. De tekst invoeren. (P57) • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
9. De menufuncties gebruiken [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. LISA MENU 1 2 3 4 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P222) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Inst.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Naam] [ ] ([Gezichtsherkenning]): De in [Gezicht herk.] geregistreerde naam zal gestempeld worden.
9. De menufuncties gebruiken [Splits video] De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft. Het splitsen van een video is permanent: Denk goed na voordat u splitst! MENU > [Afspelen] > [Splits video] 1 Druk op 2/1 om de te splitsen video te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Druk op 3 op het punt waarop u wilt splitsen.
9. De menufuncties gebruiken [Intervalvideo] Deze functie stelt u in staat om een film te creëren uit een beeldengroep die opgenomen is met [Intervalopname]. De zo gecreëerde film wordt in het MP4-opnameformaat bewaard. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Intervalvideo] Selecteer de [Intervalopname] beeldgroep met 2/1, en druk vervolgens op [MENU/SET]. Creëer een film door de creatiemethode te selecteren. • Raadpleeg voor details stap 4 en verder, op P145.
9. De menufuncties gebruiken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik de bedieningsknop en druk op 3/4/2/1 om de bij te snijden delen te selecteren. Bedieningsknop (rechts): Vergroting Bedieningsknop (links): Verkleining 3/4/2/1: Verplaats • U kunt ook [ 3 ]/[ ] aanraken om het deel te vergroten/verkleinen.
9. De menufuncties gebruiken [Roteren] (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) Draai beelden handmatig in stappen van 90o. • De [Roteren]-functie wordt uitgeschakeld als [Scherm roteren] op [OFF] gezet is. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Roteren] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer de draairichting. : Het beeld draait steeds 90o met de wijzers van de klok mee. : Het beeld draait steeds 90o tegen de wijzers van de klok in.
9. De menufuncties gebruiken [Favorieten] U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten. • Alle foto's wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([Alles wissen behalve Favoriet]) MENU > [Afspelen] > [Favorieten] Selecteer de opname. (P222) ∫ Alle [Favorieten] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • In de [Afspeelfunctie] is [Annul] uitgeschakeld.
9. De menufuncties gebruiken [Print inst.] DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. • Als u [Print inst.] voor een groep beelden instelt, zal de afdrukinstelling voor het aantal afdrukken op ieder beeld van de groep toegepast worden.
9. De menufuncties gebruiken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P222) ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Het kenmerk [Beveiligen] is alleen aanwezig om met dit toestel te werken. • Zelfs als u beelden op een kaart beveiligt, worden ze gewist wanneer de kaart wordt geformatteerd. [Gez.
10.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Functies Wi-Fi ∫ Voor Gebruik • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P36) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Na verbinding gemaakt te hebben met een Wi-Fi-netwerk, kunt u de volgende handelingen uitvoeren door op [Wi-Fi] te drukken: [Verbinding beëindigen] ¢1 [Doelapparaat wijzigen] [Instellingen wijzigen voor versturen]¢2 Eindigt de Wi-Fi-verbinding. Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen. Raadpleeg P262 voor details.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Bediening met een smartphone/tablet Met een smartphone kunt u op afstand beelden opnemen, beelden op de camera afspelen of ze op de smartphone bewaren. • U moet de “Panasonic Image App” (van nu af “Image App” genoemd) op uw smartphone installeren. Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet De “Image App” is een applicatie die door Panasonic verstrekt wordt. • OS App voor AndroidTM: Android 4.4 of hoger App voor iOS: iOS 9.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbinden met een smartphone/tablet Verbinding maken zonder het password U kunt eenvoudig een rechtstreekse verbinding met uw smartphone instellen zonder een password in te voeren. Op de camera Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, wordt de SSID weergegeven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Gebruik van een password om een verbinding tot stand te brengen Verbinding maken met een password zorgt voor meer veiligheid. U kunt een QR-code scannen of een password handmatig invoeren om een verbinding tot stand te brengen. Voorbereiding: (Op de camera) Zet het [Wi-Fi-wachtwoord] op [ON]. (P282) ∫ Gebruik van de QR-code voor het tot stand brengen van een verbinding Op de camera Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Handmatig invoeren van een password om een verbinding tot stand te brengen Op de camera Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID en password B QR-code • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, worden de QR-code, SSID en het password weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Als verbinding gemaakt wordt via een draadloos toegangspunt ([Via netwerk]): Op de camera 1 Selecteer [Via netwerk]. • Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P277 om de camera verbinding met een draadloos toegangspunt te laten maken. Op uw smartphone 2 3 4 Schakel de Wi-Fi-functie in. Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera verbonden is. Start “Image App”.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname) 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P249) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. 2 Neem een beeld op. • De opgenomen beelden worden in de camera bewaard. • Sommige instellingen zijn niet beschikbaar. • Als met de smartphone met 4K-Pre-Burst opgenomen wordt, beëindig de verbinding dan alleen nadat naar de 4K-burst-opname geschakeld is, door op de camera op [ ] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Afspelen van beelden in de camera 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P249) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. • U kunt de weer te geven beelden omschakelen door de icoon (A) linksboven op het scherm te selecteren. Om de beelden weer te geven die in de camera opgeslagen zijn, selecteert u [LUMIX]. 2 Raak het beeld aan om het te vergroten. • Als u een film afspeelt, zendt de camera het naar de “Image App” met een gereduceerd gegevensformaat.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden in de camera naar een SNS versturen 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P249) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. • U kunt de weer te geven beelden omschakelen door de icoon (A) linksboven op het scherm te selecteren. Om de beelden weer te geven die in de camera opgeslagen zijn, selecteert u [LUMIX]. 2 Raak een beeld aan, blijf het aanraken en versleep het om het naar een SNS, enz. te sturen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Opnemen van locatie-informatie en beelden 1 Start het opnemen van locatie-informatie met de smartphone. 1 Start “Image App”. (P248) 2 Selecteer [ ]. 3 Selecteer [Geogr. labell.]. 4 Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te starten. 2 3 Neem beelden op met de camera. Stop het opnemen van de locatie-informatie met de smartphone. 1 Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te stoppen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Samenvoegen van films die met Snap Movie op een smartphone/tablet opgenomen zijn en uw voorkeur hebben Door een smartphone te gebruiken, kunt u films samenvoegen die opgenomen zijn met de [Snapfilm]-functie van de camera (P171). Aan de samen te voegen films kan muziek toegevoegd worden. Bovendien kunt u de samengevoegde film bewaren of naar een webdienst uploaden. A B C D E Neem films op met [Snapfilm]. Verzend de opgenomen films. Bewerk de films.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Weergeven van beelden op een TV U kunt beelden op een TV weergeven die DLNA (DMR) ondersteunt. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Weergeven op tv] 2 3 4 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P276) Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken. • Als de verbinding gemaakt is, wordt het scherm weergegeven. Met dit toestel foto's maken of afspelen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden Als u beelden verstuurt, selecteer dan de methode om ze te versturen na [Nieuwe verbinding] te hebben geselecteerd. Nadat de verbinding tot stand gekomen is, kunnen de instellingen voor het versturen, zoals de beeldgrootte, ook veranderd worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden verzenden tijdens de opname Een foto kan automatisch naar een gespecificeerde apparaat gezonden worden telkens wanneer u de foto neemt. • Wanneer verbinding gemaakt is met [Afbeeldingen versturen tijdens opname], wordt [ ] op het opnamescherm weergegeven en wordt [ ] weergegeven terwijl het bestand verzonden wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Afbeeldingen versturen van camera De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden. ∫ Selecteren van (een) beeld(en) na de selectie van [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] [Enkelvoudig select.] instelling 1 Selecteer de opname. 2 Selecteer [Inst.]. ,QVW [Multi selecteren] instelling 1 Selecteer de opname. (herhalen) 2 • De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw geselecteerd wordt. 8LWYRHU Selecteer [Uitvoer.].
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Veranderen van de instellingen om beelden te versturen Door op [DISP.] te drukken nadat een verbinding tot stand gebracht is, kunt u de instellingen voor het versturen veranderen, zoals de beeldgrootte voor het versturen. Grootte aanpassen van het te versturen beeld. [Origineel]/[Automatisch]¢1/[Wijzig] • Als u [Automatisch] selecteert, zal het beeldformaat bepaald worden door de omstandigheden op de bestemming.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden naar een smartphone/ tablet Voorbereiding • Installeer van tevoren “Image App”. (P248) 1 Selecteer het menu. (P50) 2 MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P276) Op uw smartphone Wanneer u verbindt met [Via netwerk]: 1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Draadloos afdrukken U kunt beelden naar een compatibele printer versturen en ze draadloos afdrukken. Voorbereiding U kunt de opgenomen beelden draadloos afdrukken met een printer die PictBridge (draadloos LAN)¢ ondersteunt. ¢ In overeenstemming met de DPS over IP standaards. • Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met het bedrijf in kwestie. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden naar een AV-apparaat versturen U kunt foto’s en films naar een AV-apparaat sturen (AV-apparaat thuis) die DLNA ondersteunt, zoals een recorder. A Draadloos toegangspunt 1 B AV-apparaat thuis Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [AV-toestel] 2 3 4 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden naar een PC versturen U kunt foto's en films die met dit toestel opgenomen zijn naar een PC sturen. Voorbereiding (Op de camera) (Op uw PC) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding]. (P282) • De computer inschakelen. • Maak mappen voor het ontvangen van de beelden op de PC gereed alvorens een beeld naar de PC te sturen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie (Voor Mac) Ondersteund besturingssysteem: OS X v10.5 tot v10.11, macOS 10.12 tot 10.14 Voorbeeld: OS X v10.8 1 Selecteer een map die u wenst te gebruiken voor het ontvangen, klik vervolgens op de items in de volgende volgorde. [Archief] [Toon info] 2 Stel het delen van de map in werking. • Raadpleeg voor details de gebruiksaanwijzing van uw PC of de Hulp op het operatief systeem. Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Gebruik van web-diensten U kunt foto's en films via “LUMIX CLUB” naar een SNS, enz., versturen. Door automatische overzettingen van foto's en films naar de Cloud Sync Service in te stellen, kunt u de overgezette foto's of films op een PC of smartphone ontvangen. LUMIX CLUB A Draadloos toegangspunt B Web-service C Cloud Sync Service Voorbereiding Om beelden naar een WEB-service of cloud-map te sturen, moet u zich registreren bij “LUMIX CLUB” (P272).
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Registreren van web-services Wanneer u beelden verstuurd naar web-diensten, moet de gebruikte web-dienst geregistreerd worden bij de “LUMIX CLUB”. (P272) • Controleer de “FAQ / Contact” op de volgende site voor compatibele webservices. https://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding: Zorg ervoor dat u een account op de webservice gecreëerd heeft dat u wilt gebruiken en dat u de log-in informatie beschikbaar heeft.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Met eenvoudige handelingen verzenden van beelden in de camera naar een webdienst Heeft u eenmaal een beeld verzonden, dan kunt u nog meer beelden naar een webdienst verzenden met eenvoudige smartphone-achtige handelingen in een omgeving waar een draadloze verbinding op een toegangspunt beschikbaar is. (Onderstaande instructies veronderstellen dat u al bij “LUMIX CLUB” geregistreerd bent en de camera een verbinding met een draadloos toegangspunt geregistreerd heeft.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] ∫ Gebruik van [Cloud-synchr. service] (Met ingang van mei 2019) Voorbereiding U moet u registreren bij “LUMIX CLUB” (P272) en de instelling voor Cloud Sync. configureren om een foto naar een Cloud-map te sturen. Voor een PC gebruikt u “PHOTOfunSTUDIO” (P290) om de instellingen van Cloud Sync uit te voeren. Voor een smartphone gebruikt u “Image App” om de instellingen te maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Registratie bij “LUMIX CLUB” Als u dit apparaat registreert bij de “LUMIX CLUB”, kunt u beelden synchroniseren tussen de inrichtingen die u gebruikt of deze beelden overzetten naar webservices. Gebruik de “LUMIX CLUB” wanneer u beelden upload naar web-diensten. Over de [LUMIX CLUB] Verkrijg een “LUMIX CLUB” login ID (gratis). • U kunt dezelfde “LUMIX CLUB” login-ID voor dit toestel en een smartphone instellen. (P274) Raadpleeg de “LUMIX CLUB”-site voor details.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie 4 5 Voer een password in. • Voer een combinatie in van 8 tot 16 karakters en nummer voor het wachtwoord. • Raadpleeg P57 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. Controleer de login-ID en selecteer [OK]. • Zorg ervoor een aantekening te maken van de login ID en het wachtwoord. • De login ID (12-cijferig nummer) zal automatisch afgebeeld worden. Wanneer u met een computer inlogt bij “LUMIX CLUB”, hoeft u slechts de nummers in te voeren.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Instellen van dezelfde login-ID voor de camera en de smartphone/tablet Het instellen van dezelfde login-ID voor dit toestel en de smartphone is handig voor het versturen van beelden, die in dit toestel zitten, naar andere apparatuur of web-services. Wanneer of dit toestel of de smartphone/tablet de login-ID verworven heeft: 1 2 Verbind dit toestel met de smartphone. (P249) Stel de gemeenschappelijke login-ID in vanuit het “Image App”-menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wis uw login ID en account vanuit de “LUMIX CLUB” Wis de login ID van de camera wanneer u deze overzet naar een derde of deze weggooit. U kunt tevens uw “LUMIX CLUB”-account wissen. 1 Selecteer het menu. (P50) MENU 2 3 4 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Verwijder account] • Het bericht wordt weergegeven. Selecteer [Volgende]. Selecteer [Ja] in het bevestigingscherm van het wissen van de login ID. • Het bericht wordt weergegeven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbindingen Als u [Nieuwe verbinding] geselecteerd heeft, selecteer dan eerst een Wi-Fi-functie en bestemming en selecteer daarna een verbindingsmethode. Als u [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] geselecteerd heeft, kunt u verbinding maken door dezelfde instellingen van de Wi-Fi-verbinding te gebruiken die u eerder gebruikte. In dit gedeelte worden de verbindingsmethoden beschreven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbinden via een draadloos toegangspunt (via het netwerk) U kunt de methode selecteren om verbinding met een draadloos toegangspunt te maken. ¢ WPS verwijst naar een functie die u in staat stelt de instellingen van de verbinding en van de veiligheid van LAN-apparatuur gemakkelijk te configureren. Om te controleren of het draadloze toegangspunt dat u gebruikt compatibel is met WPS dient u de handleiding van het draadloze toegangspunt te raadplegen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst]) Zoek naar beschikbare draadloze toegangspunten. • Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. • Wanneer u verbindt d.m.v. [Handmatige invoer], bevestig SSID, encryptietype, encryptiesleutel van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt. 1 2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie • Controleer de handleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een draadloos toegangspunt opslaat. • Als er geen verbinding vastgesteld kan worden, zouden de radiogolven van het draadloze toegangspunt te zwak kunnen zijn. Raadpleeg “Waarschuwingen op het scherm” (P309) en “Problemen oplossen” (P312) voor details. • Afhankelijk van uw omgeving kan het zijn dat de zendsnelheid tussen de camera en het draadloze toegangspunt mogelijk afneemt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit favorieten]) Als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt, wordt een record in de historie bewaard. U kunt de records als favorieten registreren. Met gebruik van de geschiedenis of de favorietenlijst kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde instellingen die u eerder gebruikte.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Bewerken van de geschiedenis die in favorieten geregistreerd is 1 Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] 2 Selecteer de favoriete geschiedenis die u wilt bewerken en druk vervolgens op 1. [Verwijderen uit favorieten] [Volgorde van favorieten wijzigen] [Geregistreerde naam wijzigen] — Selecteer de bestemming. • Raadpleeg P57 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. Selecteer het menu. (P50) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] U kunt de veiligheid verbeteren door de invoering van het password in te schakelen voor een directe verbinding met een smartphone. [Wi-Fi-wachtwoord] [ON]: Verbindt de camera met de smartphone met gebruik van een SSID en een password.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Om incorrecte hantering of gebruik van de Wi-Fi functie door derden te voorkomen en om opgeslagen informatie te beschermen, wordt het aanbevolen dat u de Wi-Fi functie met een wachtwoord beschermt. Instellen van een wachtwoord zal automatisch het [Wi-Fi-functievergrend.] wachtwoord-invoerscherm weergeven wanneer de Wi-Fi functie gebruikt wordt. [Instellen]: Voer een 4-cijferig nummer in als het wachtwoord.
11. Aansluiten op andere apparatuur 4K-films op een TV bekijken/ 4K-films op een PC of recorder bewaren Kijken naar films in 4K ∫ Afspelen op een TV-scherm Door de camera op een TV aan te sluiten die films in 4K ondersteunt en films af te spelen die opgenomen zijn terwijl het filmformaat in [Opn. kwaliteit] op [4K] gezet was, kunt u genieten van fijn gedetailleerde films in 4K.
11. Aansluiten op andere apparatuur Opslaan van 4K-films U kunt films, die opgenomen zijn terwijl het formaat in [Opn. kwaliteit] op [4K] gezet was, niet met recorders van Panasonic naar Blu-ray discs en DVD's dubben. (Met ingang van mei 2019) ∫ Opslaan op een PC Raadpleeg P289 voor details. U kunt de software “PHOTOfunSTUDIO” (P290) gebruiken om het bestandsformaat van een film om te zetten in een kleiner formaat of om het naar een DVD te kopiëren.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm U kunt beelden op een TV-scherm zijn door uw camera met uw TV te verbinden met de HDMI-microkabel. Voorbereidingen: schakel dit toestel en de TV uit. 1 Sluit het toestel en de TV op elkaar aan. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Aansluiten op andere apparatuur De gemaakte foto's kunnen afgespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartgleuf • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Het bestandformaat van de films die afgespeeld kunnen worden verschilt, afhankelijk van het model TV. • In bepaalde omstandigheden kunnen panoramabeelden niet afgespeeld worden. Tevens zou het zelfdoorlopen-afspelen van panoramabeelden niet kunnen werken.
11. Aansluiten op andere apparatuur Gebruik van VIERA Link (HDMI) Wat is VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)? • Deze functie biedt u de mogelijkheid uw afstandsbediening voor de Panasonic-TV te gebruiken voor gemakkelijk uit te voeren handelingen wanneer dit toestel verbonden is met een VIERA Link-compatibele inrichting, met gebruik van een HDMI-microkabel voor automatisch verbonden bedieningen. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op uw PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 7/Windows 8/Windows 8.
11. Aansluiten op andere apparatuur Software downloaden Download en installeer de te bewerken software en speel de beelden af met een PC. PHOTOfunSTUDIO 9.9 PE Deze software stelt u in staat beelden te beheren. U kunt bijvoorbeeld foto's en films naar een PC sturen en ze sorteren op opnamedatum of modelnaam. U kunt ook handelingen verrichten zoals het schrijven van beelden naar een DVD, het verwerken en corrigeren van beelden en het opmaken van films.
11. Aansluiten op andere apparatuur SILKYPIX Developer Studio SE Dit is software voor het bewerken van beelden in RAW-formaat. Bewerkte beelden kunnen opgeslagen worden in een formaat (JPEG, TIFF, enz.) dat afgebeeld kan worden op een personal computer. Controleer onderstaande site om de software te downloaden en te installeren. http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/ • Besturingsomgeving OS Windows Windows® 7, Windows® 8.1, Windows® 10 Mac OS X v10.10, v10.11, macOS 10.12 tot 10.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden naar de PC overbrengen Voorbereiding: Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. (P290) 1 Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd). • Schakel dit toestel en uw PC in alvorens de aansluiting te maken. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Naar een PC kopiëren zonder gebruik van “PHOTOfunSTUDIO ” (Voor Mac) Zelfs als u een Mac gebruikt, of in iedere situatie waarin “PHOTOfunSTUDIO ” niet geïnstalleerd kan worden, kunt u nog steeds bestanden en mappen kopiëren door de camera met de computer te verbinden en de bestanden en mappen vervolgens te verslepen en te laten vallen. • De inhoud (mapstructuur) op de kaart van dit toestel is als volgt.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op een recorder Als u een kaart, met inhouden die met dit toestel opgenomen zijn, in een Panasonic recorder plaatst, kunt u de inhoud naar een Blu-ray disc of een DVD, enz. dubben. De methoden om foto's en films naar andere apparatuur te exporteren, zullen afhankelijk zijn van het bestandsformaat (JPEG, RAW, MPO, AVCHD, of MP4). • Alvorens de kaart te gebruiken, steekt u hem in de daarvoor bestemde adapter.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en opdracht geven dat het printen van start gaat op de monitor van de camera. • Groepsbeelden zullen niet als groepsbeelden maar als enkele beelden weergegeven worden. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer.
11. Aansluiten op andere apparatuur • De USB-aansluitkabel losmaken na het afdrukken. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) gebruiken. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de printer op elkaar aangesloten zijn, gaat het alarm af. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, sluit dan de USB-aansluitkabel af.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Afdrukinstellingen Selecteer de items zowel op het scherm in stap 2 van de procedure “Een beeld kiezen en uitprinten” en in stap 3 van de procedure “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” en stel ze in. [Print met dat.] Stelt de datumafdruk in. [Aantal prints] Stelt het aantal af te drukken beelden in (tot 999 beelden). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in.
11. Aansluiten op andere apparatuur Van 3D-beelden genieten 3D-beelden opnemen Als u de onderlinge verwisselbare 3D-lens (H-FT012: optioneel) op uw toestel aanbrengt, kunt u voor extra effecten 3D-beelden opnemen. 1 2 Bevestig de onderling verwisselbare 3D-lens op het toestel. Breng het onderwerp in het frame en neem op door de sluiterknop volledig in te drukken. • Scherpstellen is niet nodig bij het opnemen van 3D-beelden.
11. Aansluiten op andere apparatuur Afspelen van 3D-beelden Sluit het toestel aan op een televisie die compatibel is met 3D, speel de in 3D opgenomen beelden af en geniet van de extra effecten van de 3D-beelden. Voorbereiding: Zet [HDMI-functie (afspelen)] op [AUTO], [1080p] of [1080i]. (P217) Zet [3D-weergave] op [ ]. (P218) Sluit het toestel met de HDMI-microkabel aan op een 3D-compatibele televisie en laat het afspeelbeeldscherm weergeven.
11.
12. Overige Optionele accessoires • Bepaalde optionele accessoires kunnen niet beschikbaar zijn in bepaalde landen. Netadapter (optioneel)/DC-koppelaar (optioneel) Door een (optionele) netadapter en een (optionele) DC-koppelstuk te gebruiken, kunt u opnemen en afspelen zonder u zorgen te maken over de resterende batterijlading. Het optionele DC-koppelstuk kan alleen gebruikt worden met de aangewezen Panasonic netadapter (optioneel). • Gebruik altijd een originele Panasonic netadapter (optioneel).
12. Overige Monitordisplay In Opname 50p 4:3 L AFS ラュン OFF × Fn5 OFF Fn6 OFF OFF MINI OFF Fn7 SNAP AEL BKT 3.5 60 BKT 0 200 BKT AWB Fn8 98 1pic. 1 STD.
12. Overige 2 4 A› Kwaliteit (P188) AF-zone (P98, 107) AFS AFF AFC MF Focusmodus (P100, 110) Puntfocussing (P189) Post Focus (P132) Weergave middelste marker (P208) AF-functie (P102) Zelfontspanner (P141) Pull Focus (P173) Weergave microfoonniveau (P202) š Ø Gezichtsherkenning (P198) AFL Stille modus (P204) AF-vergrendeling (P113) AE-vergrendeling (P113) AEL Burst (P139) AE 4K-foto (P122) Programmaschakeling (P77) Zelfontspanner (P141) Batterij-aanduiding (P22) 3.
12.
12. Overige In Terugspelen 4:3 1 2 L 1/98 Icoon die op de aanwezigheid van een marker duidt (P127) IRWR 4K-foto (4K-burst-bestand) (P122) ( '$* Post Focus (P132) Focus Stacking (P136) PQG GJ F3.
12.
12. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 60 F3.5 0 WB ISO AWB 200 AFS P STD. 10:00 1.DEC.
12. Overige In Terugspelen Weergave histogram F3.5 60 0 ISO200 1 1/98 100-0001 3 1/98 Histogram (P45) 2 Beeldnummer/Totaal opnamen 100-0001 Map/bestandsnummer (P293) Opname-informatie ¢1 m: minuut, s: seconde ¢2 Dit wordt afgebeeld in de volgorde van [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]), [Naam] ([Gezicht herk.]).
12. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Opname gestopt door oververhitting. Wacht totdat de camera is afgekoeld.]/ [Tijdelijk uitgeschakeld. Wacht totdat de camera is afgekoeld.] • De camera stopt met werken, uit zelfbescherming, op de manier die hierna beschreven wordt wanneer hij oververhit is door bijvoorbeeld een hoge omgevingstemperatuur of continu 4K-foto's of films opnemen.
12. Overige [Storing geheugenkaart]/[Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.] • Gebruik een kaart die met dit toestel compatibel is. (P28) [Plaats SD-kaart opnieuw]/[Andere kaart proberen a.u.b.] • Er heeft zich een fout voorgedaan bij het toetreden van de kaart. Voer de kaart opnieuw in. • Er een andere kaart inzetten. [Leesfout/Schrijffout Controleer de geheugenkaart] • Het is niet gelukt gegevens te lezen of te schrijven. Verwijder de kaart nadat u dit toestel uitgeschakeld heeft.
12. Overige [Verbinding mislukt. Probeer het opnieuw over enkele minuten.]/ [Netwerkverbinding verbroken. Het overzetten is gestopt.] • Radiogolven afkomstig van het draadloze toegangspunt worden zwak. Voer de verbinding dichter in de buurt van het draadloze toegangspunt uit. • Afhankelijk van het draadloze toegangspunt zou verbinding automatisch verbroken kunnen worden nadat er een specifieke tijd om is. Maak de verbinding opnieuw.
12. Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P312 tot P320). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P219) in het [Set-up]-menu. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • De batterij is op. Laad de batterij op. (P19) Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld. • [Besparing] is ingeschakeld.
12. Overige Fotograferen is niet mogelijk. De sluiter zal niet onmiddellijk in werking treden wanneer er op de ontspanknop gedrukt wordt. • Is [Prio. focus/ontspan] in het [Voorkeuze]-menu op [FOCUS] gezet? (P206) U kunt geen foto maken zolang het onderwerp niet scherp gesteld is. Het opgenomen beeld is witachtig. • De opname lijkt misschien witachtig als er vingerafdrukken of iets dergelijks op de lens of beeldsensor terecht zijn gekomen.
12. Overige Het onderwerp verschijnt vervormd op het beeld. • Als u een bewegend onderwerp opneemt met gebruik van de elektronische sluiter, of als u een film of een 4K-foto opneemt, kan het onderwerp vervormd op het beeld verschijnen. Dit is een kenmerk van MOS-sensoren die als de pickup-sensoren van het toestel werken. Het is geen storing. Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting zoals fluorescente verlichting en LED-verlichting-inrichting.
12. Overige Bewegende beelden Dit toestel schakelt tijdens een opname plotseling uit. • De camera stopt met werken, uit zelfbescherming, op de manier die hierna beschreven wordt wanneer hij oververhit is door bijvoorbeeld een hoge omgevingstemperatuur of continu films opnemen. Wacht tot de camera afkoelt. – Het continu opnemen, het opnemen van films en de Wi-Fi-verbinding zullen tijdelijk uitgeschakeld zijn.
12. Overige Flitser De flits is niet geactiveerd. • Is de flitser gesloten? Open de flitser. (P158) • Als de elektronische sluiter gebruikt wordt, is de flitser niet geactiveerd. (P193) • Als [Stille modus] op [ON] gezet is, wordt de flitser niet geactiveerd. (P204) Monitor De monitor gaat uit hoewel het toestel ingeschakeld is. • Als gedurende de ingestelde tijdsduur geen handelingen uitgevoerd worden, wordt [Auto scherm uit] (P216) geactiveerd en schakelt de monitor uit.
12. Overige Functies Wi-Fi Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verliezen hun verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven. ∫ Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding • Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden. • Bevindt zich er een inrichting, zoals een microwave-oven, een draadloze telefoon, enz.
12. Overige De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik. De camera kan niet via een Wi-Fi-verbinding met de PC verbonden worden. • De fabrieksinstelling voor de naam van de werkgroep is op “WORKGROUP” gezet. Als u de naam van de werkgroep veranderd heeft, zal de PC niet herkend worden. Verander in [Werkgroepnaam wijzigen] in [PC-verbinding] van het [Wi-Fi setup]-menu de naam van de werkgroep in die van de PC waarmee u verbinding aan het maken bent.
12. Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? (P286) > De TV-input instellen op extern. VIERA Link werkt niet. • Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P218) > Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. > Schakel dit toestel uit en in. Kan niet met de PC communiceren. • Zet op [PC] in [USB mode]. (P216, 292) • Schakel dit toestel uit en in. De kaart wordt niet door de PC herkend.
12. Overige Overige De sluiter blijft gesloten als de camera uitgeschakeld wordt (met inbegrip van de slaapmodus). • Als met de camera geschud wordt, kan dit tot gevolg hebben dat de sluiter dicht gaat. Dit is geen defect. Dek het montagedeel niet af met uw vingers. Door de camera in te schakelen zal de sluiter weer open gaan. Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de bevestigde lens komen.
12. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon.
12. Overige Schoonmaken Voordat u het toestel reinigt, dient u de batterij of de DC-koppelaar te verwijderen (optioneel), of de stekker uit het stopcontact te trekken. Wrijf het toestel vervolgens met een droge zachte doek. • Wanneer het toestel vuil is, kan het schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven met een uitgewrongen natte doek en vervolgens met een droge doek. • Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, enz.
12. Overige De Monitor • Druk niet met grote kracht op de monitor. Er kunnen dan ongelijke kleuren op de monitor verschijnen en dit kan voor een slechte werking zorgen. • Als de camera koud is wanneer u hem inschakelt, kan het beeld op de monitor aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is. Er is van extreem hoge precisietechnologie gebruik gemaakt voor de productie van het monitorscherm.
12. Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.).
12. Overige Over 3D ∫ Over 3D-opnames Als de onderling verwisselbare 3D-lens aangebracht is, dient u een onderwerp niet op te nemen op een afstand die kleiner is dan de minimum brandpuntafstand. • De 3D-effecten kunnen uitgesprokener zijn en kunnen daardoor vermoeidheid of een oncomfortabel gevoel veroorzaken. • Als de onderlinge verwisselbare 3D-lens (H-FT012: optioneel) gebruikt wordt, is de minimum brandpuntafstand 0,6 m.
12. Overige Over de persoonlijke informatie Als een naam of verjaardag ingesteld is voor [Profiel instellen]/functie voor gezichtsherkenning, dan wordt deze persoonlijke informatie in het toestel bewaard en in het beeld opgenomen. Wij raden aan dat u [Wi-Fi-wachtwoord] en [Wi-Fi-functievergrend.] inschakelt om persoonlijke informatie te beveiligen.
12. Overige Over de Beeldgegevens • Opgenomen gegevens kunnen worden beschadigd of zoek raken als de camera kapot gaat omdat er verkeerd mee wordt gewerkt. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het verlies van opgenomen gegevens. Over statieven met drie poten of met één poot • Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
12. Overige ∫ Gebruik de camera niet in zones met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie • Gebruik de camera niet in zones met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie, zoals in de buurt van magnetronovens. Hierdoor kunnen de radiogolven onderbroken worden.
12. Overige • G MICRO SYSTEM is een op de Micro Four Thirds System-standaard gebaseerd digitale camerasysteem van LUMIX. • Micro Four Thirds™ en Micro Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • Four Thirds™ en Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen.
12. Overige • Het Wi-Fi CERTIFIED™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®. • Het Wi-Fi Protected Setup™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®. • “Wi-Fi®” is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance®. • “Wi-Fi Protected Setup™”, “WPA™”, en “WPA2™” zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance®. • DLNA, the DLNA Logo and DLNA CERTIFIED are trademarks, service marks, or certification marks of the Digital Living Network Alliance.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.