Operating Instructions
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive
140
Scherpstellen in burstfunctie
De manier om scherp te stellen varieert en is afhankelijk van de instelling van de
focusmodus (P100) en de instelling van de [Prio. focus/ontspan] (P206) in het
[Voorkeuze]-menu.
¢1 Als het onderwerp donker is, wordt het brandpunt op dat van het eerste beeld vastgezet.
¢2 De burstsnelheid kan lager worden omdat de camera voortdurend scherpstelt op het object.
¢3 De burstsnelheid krijgt voorrang en de focus wordt geschat binnen het mogelijke bereik.
Focusmodus [Prio. focus/ontspan] Focus
[AFS]
[FOCUS]
Bij de eerste opname
[RELEASE]
[AFF]/[AFC]
¢1
[FOCUS] Normale scherpstelling
¢2
[RELEASE] Voorspelde scherpstelling
¢3
[MF] — Focus ingesteld met handmatige focus
• Als de burst-snelheid op [H] gezet is (terwijl de focusmodus [AFS] of [MF] is), wordt de
belichting op die van het eerste beeld vastgezet.
Als de burst-snelheid op [H] gezet is (terwijl de focusmodus [AFF] of [AFC]), [M] of [L] is, wordt
de belichting telkens wanneer u een foto neemt aangepast.
• Het kan enige tijd vergen om de foto's die met de Burst-modus gemaakt zijn op de kaart
te bewaren. Als u tijdens het opslaan continu foto's maakt, neemt het maximaal aantal
te maken beelden af. Voor het continu fotograferen wordt het gebruik aangeraden van
een high speed geheugenkaart.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• De Burstfunctie wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld.
– [Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen] (Scene Guide
modus)
– [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn]
(Creative Control modus)
– In de zelfopname-modus
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
– Wanneer u opneemt m.b.v. de flits
– Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)










