Operating Instructions
163
6. Stabilisator, zoom en flitser
Toepasbare modi:
Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of
onderbelicht zijn.
1 Selecteer het menu. (P50)
2 Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET].
• U kunt van [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van 1/3 EV instellen.
• Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
Toepasbare modi:
Selecteer het menu. (P50)
Instellingen: [ON]/[OFF]
De flitsoutput aanpassen
> [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.]
•[i] of [j] wordt in de flitsericoon op het beeldscherm weergegeven als het flitsniveau
bijgesteld wordt.
Synchroniseren van de flitser-output met de belichtingscompensatie
> [Opname] > [Flitser] > [Auto. belichtingscomp.]
• Raadpleeg P114 voor details over de belichtingscompensatie.
MENU
MENU










