Operating Instructions
3. Opnamemodussen
70
• Als u naar [Nachtelijke zelfportret] schakelt, zullen de instellingen veranderen om bij de scène
te passen. De instellingen van de volgende items zijn vastgezet:
– [Aandrijfstand]: [Enkel]
– [Fotostijl]: [Landschap] (Er kunnen alleen aanpassingen van de beeldkwaliteit gemaakt
worden)
– [Gevoeligheid]: [AUTO]
– [Witbalans]: [AWB] (Er kunnen alleen fijne aanpassingen van de witbalans gemaakt
worden)
– [Meetfunctie]: [ ] (Meervoudig)
– [Sluitertype]: [EFC]
– [Flitserfunctie] in [Flitser]: [ ] ([Gdw. aan/rode-og])
– [Flits-synchro] in [Flitser]: [1ST]
– [ISO-limiet]: [OFF]
– [Ex. tele conv.]: [OFF]
– [Dig. zoom]: [OFF]
• De gezichtshoek zal iets smaller worden.
• Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
• Als een persoon verlicht wordt door straatverlichting, of een gelijkaardige lichtbron
opgenomen wordt, kan de foto die daarvan het resultaat is er onnatuurlijk uitzien.
• [Gave huid], [Filter selecteren]en [Achtergrondcontrole] zullen vastgezet zijn op [Uit].
[Opnamen] zal vastgezet zijn op [ ] (1 foto).
• De scènedetectie is niet beschikbaar voor [Nachtelijke zelfportret]. (In Intelligent Auto modus/
Intelligent Auto Plus modus)
• Programme Shift is niet beschikbaar voor [Nachtelijke zelfportret].
In deze gevallen niet beschikbaar:
• [Nachtelijke zelfportret] is niet beschikbaar als [Stille modus] ingesteld is.
1
RKERKE










