Operating Instructions

3. Opnamemodussen
80
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1
Stel de functieknop in op [ ].
2
Draai aan de bedieningsknop om de waarde
van de lensopening en de sluitertijd in te
stellen.
A Belichtingsmeter
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
D Hulp bij handmatige belichting
Elke keer dat u op de cursorknop 3 drukt wordt er
tussen Openingsinstelling en Sluitertijdinstelling geschakeld.
Afhankelijk van de instelling van [Sluitertype] varieert het snelheidsbereik van de sluiter.
(P193)
Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde
Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid
automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde.
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting
ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
Handmatige belichtingsassistentie
De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
Handmatige Belichtingsmodus
Sluitertijd (Sec.)
60 tot 1/16000 (in [AUTO] sluitermodus)
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/50
van een seconde. (P162)
F
1258
5.64.0 8.0 11
603015
30
30
305.6
00
+3
SS
SS
SSSS
000
++
30
+
30
000
3
3