Operating Instructions
98
4. Instellingen van focus, helderheid
(belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt
Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie optimaal in
te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten stellen.
1
Zet de [Focusfunctie] op [AFS], [AFF] of [AFC].
• De Focusmodus zal ingesteld worden. (P100)
2
Druk op 2 ().
3
Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
• De Auto Focusmodus zal ingesteld worden. (P102)
4
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
• Auto Focus zal geactiveerd worden.
• De brandpuntaanduiding wordt als [ ] in een donkere omgeving weergegeven en het
scherpstellen kan langer duren dan normaal.
• Als de camera na de weergave van [ ] sterren in de nachtlucht detecteert, zal
Starlight AF geactiveerd worden. Als het brandpunt verkregen wordt, zullen de
brandpuntaanduiding [ ] en de scherp gestelde AF-zones weergegeven worden
(De detectie met Starlight AF werkt alleen voor ongeveer 1/3 van de middelste zone van
het scherm).
Focus
Wanneer er
scherpgesteld is op het
object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Aanduiding voor de
scherpstelling A
Aan Knippert
AF-zone B Groen —
Geluid Biept 2 keer —
60
60
603.5
3.5
3.5
LOW
LOW
STAR










