Operating Instructions

108
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
Opnamemodus:
Handmatige scherpstelling is handig wanneer u de scherpstelling wilt vergrendelen om
beelden op te nemen of wanneer het moeilijk is de scherpstelling aan te passen met
automatische scherpstelling.
1
Stel de hendel focusmodus in op [MF]
2
Druk op de [ ]-knop ( )
3
Druk op om de scherpstelpositie
aan te passen en druk op [MENU/SET]
• Het scherm verandert in het hulpscherm en er
verschijnt een vergrote weergave. (MF Assist)
U kunt het vergrote gedeelte verplaatsen door het
scherm te slepen.
• U kunt het gebied ook vergroten door een van de
volgende bedieningen te verrichten:
De scherpstelring draaien
De scherpstelhendel verplaatsen
Het scherm twee keer spreiden of twee keer
aanraken
• Druk op [DISP.] om de scherpstelpositie terug te zetten naar het midden.
4
Scherpstellen
De bedieningen voor scherpstellen variëren, afhankelijk van de lens.
Wanneer u een verwisselbare lens zonder scherpstelring (H-FS12032) gebruikt
Druk op
: Hiermee stelt u scherp op een
onderwerp dichtbij
Druk op
: Hiermee stelt u scherp op onderwerpen
veraf
Schuifbalk
Deze bedieningen zijn alleen op het scherm voor
aanpassing van de scherpstelling mogelijk.
Wanneer u
ingedrukt houdt, wordt sneller
scherpgesteld.
U kunt ook scherpstellen door de schuifbalk te
slepen.