Operating Instructions

117
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
De witbalans aanpassen
3
Druk op het functiewieltje achterop om in te stellen
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om dit in te stellen.
Onder tl-verlichting, LED-lampen enzovoort kan de optimale witbalans variëren, afhankelijk van
het soort verlichting, dus gebruik [AWB], [AWBc], [
], [ ], [ ] of [ ].
De witbalans werkt mogelijk niet goed als u foto’s maakt met een flitser en het onderwerp wordt
opgenomen buiten het effectieve bereik van de flitser.
In de Scene Guide-modus worden passende instellingen toegepast voor elke scène.
Als u in de Scene Guide modus de scènemodus of opnamemodus wijzigt, worden de instellingen
van de witbalans (inclusief de verfijning van de witbalans) teruggezet naar [AWB].
Automatische witbalans
Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans automatisch
aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of te donker is of
als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens een rode of
blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken als er een diversiteit
aan lichtbronnen is. Stel in dat geval de [Witbalans] in op andere instellingen dan [AWB]
of [AWBc] om de kleuren aan te passen.
: [AWB]-instelbereik
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
K=Kelvin kleurtemperatuur