Operating Instructions

167
Stabilizer, zoomen en flitsen
De flitserfuncties instellen
De flitsuitvoer aanpassen
Opnamemodus:
Pas de flitsuitvoer aan als een met de flitser gemaakte foto te helder of te donker is.
→ [Opname]→[Flitser]→[Flitser instel.]
1
Druk op om de flitsuitvoer in te stellen en druk op [MENU/SET]
Instellingen: –3 EV t/m +3 EV (apparaat: 1/3 EV)
Als u de intensiteit van de flitser niet wilt aanpassen, selecteert u [±0 EV].
Wanneer de intensiteit van de flitser wordt aangepast, wordt [+] of [-] weergegeven op het
pictogram van de flitser.
[Flitser instel.] is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF] en
[Flitser functie] is ingesteld op [TTL].
De instelling [Flitser instel.] werkt zelfs wanneer een externe flitser wordt gebruikt.
Het flitsniveau synchroniseren met de camera tijdens
belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Het flitsniveau wordt automatisch aangepast in overeenstemming met de
belichtingscompensatiewaarde.
→ [Opname]→[Flitser]→[Auto. belichtingscomp.]
Instellingen: [ON] / [OFF]
Over belichtingscompensatie (→112)
De instelling [Auto. belichtingscomp.] werkt zelfs wanneer een externe flitser wordt gebruikt.
(→313)