Operating Instructions

193
Gebruik van menufuncties
Menulijst
De beeldkwaliteit aanpassen
• U kunt de beeldkwaliteit niet aanpassen in de Intelligent
Auto Plus modus.
Standaard
Druk op om het type fotostijl te selecteren
Druk op om een onderdeel te selecteren en druk op
om het aan te passen
[Contrast]
[+] Verhoogt het contrast in een foto.
[–] Verlaagt het contrast in een foto.
[Scherpte]
[+] Maakt de contouren in een foto scherper.
[–] Maakt de contouren in een foto zachter.
[Ruisreductie]
[+]
Verhoogt de ruisreductie voor minder ruis. Met deze
instelling kan de resolutie iets lager worden.
[–]
Verlaagt de ruisreductie zodat de resolutie hoger wordt,
voor een betere beeldkwaliteit.
[Verzadiging]
*
1
[+] Opvallende kleuren
[–] Gedempte kleuren
[Kleurtoon]
*
1
[+] Blauwachtige kleuren
[–] Geelachtige kleuren
[Filtereffect]
*
2
[Geel]
Verhoogt het contrast in een onderwerp. (Effect: klein)
Voor een heldere opname van blauwe lucht.
[Oranje]
Verhoogt het contrast in een onderwerp. (Effect:
gemiddeld)
Voor een opname van blauwe licht met levendige
kleuren.
[Rood]
Verhoogt het contrast in een onderwerp. (Effect: groot)
Voor een opname van blauwe lucht met nog levendiger
kleuren.
[Groen]
Gebruikt gedempte kleuren voor de huid en lippen van
personen. Legt nadruk op groene bladeren en maakt ze
helderder.
[Uit]
[Korreleffect]
*
2
[Laag]/
[Standaard]/
[Hoog]
Hiermee stelt u de korreligheid in een beeld in.
[Uit]
*
1
[Kleurtoon] wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit], [L.Zwart-wit] of [L.Zwart-wit D] is
geselecteerd. Anders wordt [Verzadiging] weergegeven.
*
2
Wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit], [L.Zwart-wit] of [L.Zwart-wit D] is geselecteerd.
Als de beeldkwaliteit wordt aangepast, verschijnt [+] in het pictogram [Fotostijl].
Druk op [MENU/SET]