Operating Instructions

201
Gebruik van menufuncties
Menulijst
[Stille modus]
Opnamemodus:
Pieptonen en flitser tegelijk uitschakelen.
→ [Opname]→[Stille modus]
Instellingen: [ON] / [OFF]
• Deze modus dempt de pieptonen, stelt de flitser in op [
] (Gedwongen uit) en
schakelt het AF-assistlampje uit.
De instellingen voor de volgende functies staan vast:
[Flitserfunctie]: [ ] (flitser altijd uit)
[Sluitertype]: [ESHTR]
[AF ass. lamp]: [OFF]
[Beep volume]: [ ] (Uit)
[Shutter vol.]: [ ] (Uit)
Ook als deze modus is ingesteld op [ON], kunnen de volgende lampjes/aanduidingen branden of
knipperen.
Indicator voor zelfontspanner
DRAADLOOS-verbindingslampje
De bedieningsgeluiden van deze camera, zoals het geluid van het diafragma, worden niet
gedempt.
[Sluitertype]
Opnamemodus:
U kunt beelden opnemen met twee soorten sluitermodi: de mechanische en de
elektronische sluitermodus.
Mechanische sluiter Elektronische sluiter
Flitser
Sluitertijd
(seconden)
T (tijd)
*
1
60 - 1/4000
1
*
2
- 1/16000
Sluitergeluid Geluid van mechanische sluiter
Geluid van elektronische sluiter
*
3
*
1
Deze instelling is alleen beschikbaar in de handmatige belichtingsmodus.
*
2
Als de ISO-gevoeligheid hoger is dan [ISO3200], wordt de sluitertijd korter dan 1 seconde.
*
3
Met [Shutter vol.] en [Shutter toon] kunt u het volume van het geluid van de elektronische sluiter
aanpassen. (→225)