Operating Instructions

297
Wi-Fi/Bluetooth
[Wi-Fi setup]
Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie.
[Wi-Fi setup] kan niet worden gewijzigd wanneer er een Wi-Fi-verbinding is.
→ [Set-up]→[Wi-Fi]→[Wi-Fi setup]
[Prioriteit van apparaat op
afstand]
(→265)
[Wi-Fi-wachtwoord]
U kunt de beveiliging verbeteren
door wachtwoordtoegang in te
stellen voor een rechtstreekse
verbinding met een smartphone.
[ON]: de camera en een smartphone worden verbonden via een
SSID en wachtwoord. (→261)
[OFF]: de camera en een smartphone verbinden met een SSID.
(→260)
Wanneer [ON] is geselecteerd, kunt u ook een verbinding tot
stand brengen door een QR-code te scannen.
[LUMIX CLUB] Aanmeldings-ID voor "LUMIX CLUB" aanvragen of wijzigen.
(→288)
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
U moet een verbinding maken met dezelfde werkgroep als de
doelcomputer wanneer u beelden naar de computer verzendt.
(De standaardverbindingsmethode is ingesteld op "WORKGROUP"
(WERKGROEP))
Druk op [MENU/SET]
Hiermee voert u de werkgroep in van de pc waarmee u
verbinding maakt
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst
invoeren" (→63)
Wanneer u op de [DISP.] -knop drukt, keert u terug naar de
standaardinstelling
[Toestelnaam]
U kunt de naam (SSID) van dit
apparaat wijzigen.
Druk op de [DISP.]-knop
Voer de gewenste apparaatnaam in (U kunt maximaal 32 tekens
invoeren)
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst
invoeren" (→63)
[Wi-Fi-functievergrend.]
Om onjuist gebruik of het
gebruik van de Wi-Fi-functie
door derden te voorkomen
en opgeslagen persoonlijke
gegevens te beschermen,
verdient het aanbeveling
de Wi-Fi-functie met een
wachtwoord te beschermen.
[Instellen]: Voer een nummer van 4 cijfers als het wachtwoord in.
[Annul]
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst
invoeren" (→63)
Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het opnieuw instellen met
[Netwerkinst. Resetten] (→232) in het menu [Set-up].
[Netwerkadres]
Hiermee geeft u het MAC-
adres en het IP-adres van dit
apparaat weer.
Een "MAC-adres" is een uniek adres dat wordt gebruikt ter
identificatie van netwerkapparatuur.
Een "IP-adres" is een nummer waarmee een pc wordt
geïdentificeerd die verbonden is met een netwerk, zoals internet.
Gewoonlijk worden thuisadressen automatisch toegewezen
met de DHCP-functie, zoals een draadloos toegangspunt.
(Voorbeeld: 192.168.0.87)