Operating Instructions

97
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
Foto’s maken met automatische scherpstelling
[AFF] of [AFC] werkt in de volgende gevallen als [AFS]:
Creatieve Videomodus
Bij opnamen met [
] ([4K-burst (S/S)]) van de 4K-fotofunctie.
Bij weinig licht.
Deze instelling staat vast op [AFS] wanneer de Panorama Shot-modus is ingesteld.
Wanneer de verwisselbare lens (H-H020A) wordt gebruikt, kunnen [AFF] en [AFC] niet worden
ingesteld.
[AFF] is niet beschikbaar bij opnamen van 4K-foto’s. Continu AF werkt tijdens opnamen.
Deze instelling kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen met [Post Focus].
[AF mode] schakelen
Opnamemodus:
Hiermee schakelt u de scherpstelmodus in die geschikt is voor de posities en het aantal
te selecteren onderwerpen.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om de automatische scherpstelmodus te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Instellingen: [
] (gezichts-/oogdetectie) / [ ] (tracking) /
[ ] (scherpstellen op 49 punten) / [ ] enz. (aangepast multi) /
[ ] (scherpstellen op 1 punt) / [ ] (pinpoint-scherpstellen)
(→98 - 102)
In de Intelligent Auto modus en Intelligent Auto Plus modus kan [ ] of [ ] worden ingesteld.
De [AF mode] wordt in het volgende geval vastgezet op [ ]:
Bij het opnemen met [4K Live Bijsnijden]
De automatische scherpstelmodus staat in de volgende gevallen vast ingesteld op [ ]:
Bij gebruik van de digitale zoom
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
[AF mode] kan in de volgende gevallen niet worden ingesteld:
Bij het opnemen met [Post Focus]
Wanneer [Trekfocus] in [Snapfilm] is ingesteld op [ON]