Operating Instructions

5. Focus/Zoom
101
[AF Aang. Inst.(Foto)]
Selecteer kenmerken van de werking van AF als opnames gemaakt
worden met gebruik van [AFC] die geschikt zijn voor onderwerp en scène.
Elk van deze kenmerken kan verder aangepast worden.
1
Zet de focusmodus op [AFC].
(l 96)
2
Stel [AF Aang. Inst.(Foto)] in.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ [AF Aang.
Inst.(Foto)]
[Instelnaam1] Basisinstelling voor algemene doeleinden.
[Instelnaam2]
Voorgesteld voor situaties waarbij het object zich met een
constante snelheid in één richting voortbeweegt.
[Instelnaam3]
Voorgesteld als het object zich in willekeurige richting beweegt
en er andere objecten in de scène kunnen zijn.
[Instelnaam4]
Voorgesteld voor situaties waarin de snelheid van het object
aanzienlijk verandert.
0 Als de volgende functie gebruikt wordt, is [AF Aang. Inst.(Foto)] niet
beschikbaar:
[6K/4K-FOTO]
0 U kunt functies op Fn-knoppen registreren:
[] ¨ [ ] ¨ [Fn knopinstelling] ¨ [Instelling in opnamemodus] ¨ [AF
Aang. Inst.(Foto)] (l 367)