Operating Instructions

5. Focus/Zoom
102
AF-Custom instellingen aanpassen
1
Druk op 21 om het type de persoonlijke AF-instelling te selecteren.
2
Druk op
34
om de items te selecteren en druk op
21
om ze aan te passen.
0 Druk op [DISP.] om de instellingen op de fabrieksinstelling te resetten.
3
Druk op of .
[AF-
Gevoeligheid]
Stelt de tracking-gevoeligheid voor de beweging van de
onderwerpen in.
[i]
Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, past
de camera het brandpunt onmiddellijk opnieuw aan. U kunt
verschillende onderwerpen achter elkaar scherp stellen.
[j]
Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert,
wacht de camera even alvorens het brandpunt opnieuw aan
te passen. Dit stelt u in staat te voorkomen dat het brandpunt
per ongeluk opnieuw aangepast wordt wanneer bijvoorbeeld
een bewegend onderwerp het beeld passeert.
[AF-Geb.
Verander.
Gevoel.]
Stelt de gevoeligheid voor het schakelen van de AF Area in om
bij de beweging van het onderwerp te passen.
(Wanneer men zich in de AF-modus bevindt waarin de AF Area
gebruik maakt van 225-zone scherpstelling)
[i]
Als het onderwerp zich uit de AF Area verplaatst,
verplaatst de camera de AF Area onmiddellijk, om het
onderwerp scherp gesteld te houden.
[j]
De camera verplaatst de AF Area met een geleidelijke
snelheid. De effecten die veroorzaakt worden door een
kleine beweging van het onderwerp, of door obstakels
tegenover de camera, zullen geminimaliseerd worden.
[Voorsp.
bewegend
onderw.]
Stelt het niveau van de bewegingsvoorspelling in voor
veranderingen in de snelheid van de beweging van het onderwerp.
0 Op grotere instellingswaarden probeert de camera de
scherpstelling te handhaven door zelfs te reageren op
plotselinge bewegingen van het onderwerp. De camera wordt
echter gevoeliger voor kleine bewegingen van het onderwerp,
het scherp stellen kan dus instabiel worden.
[0]
Dit is geschikt voor een onderwerp waarvan de snelheid
minimaal verandert.
[i1]
Deze zijn geschikt voor een onderwerp waarvan de
bewegingssnelheid verandert.
[i2]