Operating Instructions

6. Aandrijving/Sluiter/Stabilisatie
183
[Lensinformatie]
Registreer de informatie voor lenzen die niet kunnen communiceren met
de camera.
Zorg ervoor dat u de in-body beeldstabilisatie koppelt aan de informatie
van de lens die u registreert.
Met de instellingen op deze camera kunt u instellingen overschakelen
zodat ze passen bij de volledig frame of Super 35 mm/APS-C-lenzen.
(l 24)
Druk op 34 om de lensinformatie te
selecteren en druk vervolgens op of
.
0
In de standaardinstelling wordt de lensinformatie
voor 6 lenzen met een brandpuntsafstand
tussen 24 mm en 135 mm geregistreerd.
Er kan lensinformatie voor 12 lenzen worden
geregistreerd.
Lensinformatie registreren, wijzigen en verwijderen
1
Druk op 34 om de lensinformatie te selecteren en druk vervolgens
op [DISP.].
0
Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd, druk dan op
of om door te gaan naar stap 3.
2
Druk op 34 om [Bewerken] of [Wissen] te selecteren en druk
vervolgens op of .
0
De lensinformatie wordt verwijderd wanneer u [Wissen] selecteert.
0 U kunt de lensinformatie niet verwijderen voor een lens die wordt gebruikt.
3
Voer de lensinformatie in.
0
De lensinformatie verandert als de lensinformatie al is geregistreerd.
4
(Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd)
Druk op [DISP.] om de lensinformatie te registreren.