Operating Instructions

9. Flitser
232
Beschikbare flitsinstellingen voor opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamemodus.
(3: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
0 De flitser flitst twee keer.
Het interval tussen de eerste en de tweede flits is langer als [ ] of [ ]
ingesteld is. Het onderwerp mag niet bewegen, tot de tweede flits afgelopen
is.
0 [ ] en [ ] kunnen niet gebruikt worden als de volgende items ingesteld
zijn:
[Flitser functie]: [MANUAL]
[Flits-synchro]: [2ND]
[Draadloos]: [ON]
0 Sommige flitsmodussen zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de
instellingen op de externe flitser.
0 De doeltreffende werking van de rode-ogenreductie varieert van persoon tot
persoon.
Het effect, dat beïnvloed wordt door factoren zoals afstand tot het onderwerp
en of het onderwerp naar de camera kijkt wanneer de eerste flits geactiveerd
wordt, kan in bepaalde gevallen mogelijk niet waarneembaar zijn.
0 U kunt functies op Fn-knoppen registreren:
[] ¨ [ ] ¨ [Fn knopinstelling] ¨ [Instelling in opnamemodus] ¨
[Flitserfunctie] (l 367)
Opnamemodus [] [] [] [] [Œ]
[P]/[A] 33333
[S]/[M] 33—— 3
0 [ ] en [Œ] kunnen worden ingesteld in de modus [iA]. In [ ]schakelt de
flitsermodus naar de stand die geschikt is voor de opnamesituatie.