Operating Instructions

10. Video's opnemen
273
Synchroniseer de Tijdcode van de Camera met die
van het Externe Apparaat (TC IN)
De beginwaarde van de tijdcode van de camera wordt gesynchroniseerd
volgens het tijdcodesignaal (LTC-signaal) van het externe apparaat.
1
Voorbereiden op tijdcodesynchronisatie. (l 270)
2
Zet [Synchronisatie tijdcode]
op [TC IN].
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ [Tijdcode] ¨
[Inst. externe tijdcode] ¨
[Synchronisatie tijdcode] ¨ [TC IN]
3
Bedien het externe apparaat
om het tijdcodesignaal te verzenden.
Stel de telmethode van de tijdcode van het externe apparaat in om
vrij te werken en verzend het signaal.
Wanneer gesynchroniseerd met de tijdcode van een extern
apparaat is deze camera in een slave-toestand en schakelt [ ]
van de tijdcode op het scherm naar [ ].
0 Wijzig van tevoren [Systeemfrequentie] (l 253), [Opn. kwaliteit] (l 255) en
[Tijdecodefunctie] (l 269) om overeen te komen met het externe apparaat.
0 Wanneer meerdere toestellen van
deze camera worden
gesynchroniseerd, worden de
tijdcode en de belichtingstijden
gesynchroniseerd, zodat u kunt de
timing voor het starten van de
belichting tussen camera's op elkaar
kunt afstemmen.
0 De belichtingstijd kan alleen worden gesynchroniseerd de eerste keer nadat
[Synchronisatie tijdcode] is ingesteld op [TC IN].