Operating Instructions

14. Camera-aanpassing
389
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
De opgeslagen informatie van de instellingen kan in de camera geladen
worden zodat u dezelfde instellingen op meerdere camera's kunt instellen.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ Selecteer [Camera-inst. Opsl./Herstel.]
[Camera-inst. Opsl./Herstel.]
[Opsl.]
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
0 Als nieuwe gegevens opgeslagen worden, selecteer dan
[Nieuw Bestand], en als over een bestaand bestand heen
geschreven wordt, selecteer dan dat bestaande bestand.
0 Als [Nieuw Bestand] geselecteerd is, wordt een scherm
weergegeven voor de selectie van de bestandsnaam die
opgeslagen moet worden.
[OK]
Het opslaan vindt plaats met de
bestandsnaam op het scherm.
[Wijzig
bestandsn.]
Verandert de bestandsnaam en slaat het
bestand op.
0 Beschikbare lettertekens: alfabetische
lettertekens (hoofdletters), numerieke
lettertekens, tot 8 lettertekens
0 Raadpleeg pagina 464 voor informatie
over hoe karakters ingevoerd moeten
worden.
[Laden]
Laad de instellinginformatie die op de kaart staat en kopieert
deze naar de camera.
[Wissen] Wist de instellingsinformatie op de kaart.
[Houd inst. bij
formatteren]
Bij het formatteren van de kaart, wordt de kaart geformatteerd
terwijl de informatie van de camera-instellingen op de kaart blijft
opgeslagen.
0 Alleen de instellingsinformatie van hetzelfde model kan geladen worden.
0 Er kunnen tot 10 reeksen instellingsinformatie op één kaart bewaard worden.
0 Lijst van functies waarvoor het opslaan van instellingsinformatie mogelijk is
(l 587)