Operating Instructions

16. Wi-Fi/Bluetooth
466
0 Controleren van de werking van de Wi-Fi en Bluetooth functies
Werking van de Wi-Fi en Bluetooth functies kunnen worden bevestigd met de
[ ]/[ ] icoon op de status-LCD.
Status-LCD Monitordisplay
A De Bluetooth functie is ingeschakeld of er is een verbinding
B De Wi-Fi functie is ingeschakeld of er is een verbinding
Wanneer beeldgegevens worden verzonden met een werking van de
camera, zal [ ] op de status-LCD knipperen en wordt [ ]
weergegeven op het scherm.
0 Verwijder de kaart of de batterij niet, of verplaats ze niet naar een zone waar
geen ontvangst is, terwijl u beelden verzendt.
0 De camera kan niet gebruikt worden voor verbinding aan een openbare
draadloze LAN-verbinding.
0 Wanneer u een draadloos toegangspunt gebruikt, raden wij ten zeerste aan
een versleuteling in te stellen om de veiligheid van de informatie te
handhaven.
0 We adviseren om een voldoende geladen batterij te gebruiken wanneer u
beelden verzendt.
0 Als het resterende batterijniveau laag is, is het misschien niet mogelijk de
communicatie met andere apparaten tot stand te brengen of te handhaven.
(Er wordt een bericht afgebeeld zoals [Communicatiefout].)
0 Het kan zijn dat de beelden niet volledig verzonden worden, afhankelijk van
de radiogolfomstandigheden.
Als de verbinding beëindigd wordt terwijl de beelden verzonden worden, kan
het zijn dat ze met ontbrekende delen verzonden worden.