Operating Instructions

16. Wi-Fi/Bluetooth
511
Verbinden via handmatige input
1
Op het scherm in stap
1
van “[Uit lijst]”, selecteert u [Handmatige
invoer]. (l 510)
2
Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarmee u
verbinding maakt en selecteer vervolgens [Inst.].
0
Raadpleeg pagina 464 voor informatie over hoe karakters ingevoerd moeten
worden.
3
Selecteer het type netwerkauthenticatie.
4
(Als iets anders dan [Niet coderen] geselecteerd is)
Voer de coderingssleutel in en selecteer vervolgens [Inst.].
0 Controleer de SSID, netwerkauthenticatie, codering en de coderingssleutel
van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt.
[WPA2-PSK]
Ondersteund codering: [TKIP], [AES]
[WPA2/WPA-PSK]
[Niet coderen]
0 Controleer de gebruiksaanwijzing en de instellingen van het draadloze
toegangspunt.
0 Als geen verbinding gemaakt kan worden, kan de signaalsterkte van het
draadloze toegangspunt te zwak zijn.
Raadpleeg voor details “Displayberichten” (l 553) en “Problemen oplossen”
(l 557).
0 Afhankelijk van uw omgeving kan de communicatiesnelheid met het
draadloze toegangspunt mogelijk afnemen of kan het zijn dat het draadloze
toegangspunt niet beschikbaar is om gebruikt te worden.