Operating Instructions

16. Wi-Fi/Bluetooth
515
Instellingen voor het verzenden van beelden
Stel de afmetingen, het bestandsformaat en andere items in om het beeld
naar het doelapparaat te versturen.
1
Na de Wi-Fi verbinding zal het
scherm voor de bevestiging van
de verzendingsinstellingen
weergegeven worden, druk dus
op [DISP.].
2
Verander de verzendingsinstellingen.
Instellingen verzenden en beelden
selecteren
[Grootte]
Grootte aanpassen van het te versturen beeld.
[Origineel]/[Automatisch]/[Wijzig] ([M], [S], of [VGA])
0 De [Automatisch] beeldafmetingen veranderen
afhankelijk van de status van het doelapparaat.
(Dit kan ingesteld worden als de bestemming [Webservice] is)
[Bestandsindeling]
Stelt het bestandsformaat van de te verzenden beelden in.
[JPG]/[RAWiJPG]/[RAW]
0
Deze instelling is mogelijk als de bestemming het verzenden
van RAW-beelden van deze camera ondersteunt. (
l
494)
[Locatiegeg. wissen]
Kies of u de locatie-informatie wenst te wissen van de
beelden voordat u deze verstuurt.
0 Dit kan ingesteld worden als de bestemming [Cloud-
synchr. service] of [Webservice] is.
0
Deze handeling wist alleen de locatie-informatie van de
beelden die ingesteld staan om verzonden te worden.
[Cloudbeperking]
U kunt kiezen of u beelden wilt verzenden als de cloudmap
geen ruimte meer overheeft.
[ON]: Verzendt de beelden niet.
[OFF]: Wist beelden vanaf de oudste en verzendt
vervolgens nieuwe beelden.
0 Dit kan ingesteld worden als de bestemming [Cloud-
synchr. service] is.