Operating Instructions
18. Materialen
564
Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding
0
Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat
aangesloten moet worden.
0 Gebruik vlakbij apparaten die gebruik maken van de 2,4-GHz-frequentie zoals
magnetrons en draadloze telefoons, waardoor de radiogolf verloren gaat.
Gebruik de camera op voldoende afstand van deze apparaten.
0 Als het resterende batterijniveau laag is, is het misschien niet mogelijk de
communicatie met andere apparaten tot stand te brengen of te handhaven.
(Er wordt een bericht afgebeeld zoals [Communicatiefout].)
0
Als u de camera op een metalen tafel of plank zet, kunnen de radiogolven een negatieve
invloed ondergaan. In dergelijke gevallen slaagt u er mogelijk niet in verbinding te maken.
Beweeg de camera weg van het metalen oppervlak.
Draadloos toegangspunt
0
Controleer of het verbonden draadloze toegangspunt gebruikt kan worden.
0 Controleer de omstandigheden van de radiogolven van het draadloze toegangspunt.
– Verplaats de camera dichter bij het draadloze toegangspunt.
– Verander de locatie en de hoek van het draadloze toegangspunt.
0 Afhankelijk van het draadloze toegangspunt wordt de radiogolf mogelijk niet
weergegeven ook al is hij aanwezig.
– Schakel het draadloze toegangspunt uit en weer in.
– Als het draadloze kanaal van het draadloze toegangspunt niet automatisch ingesteld
kan worden, stel het kanaal dat door de camera ondersteund wordt dan handmatig in.
– Als de SSID van het draadloze toegangspunt ingesteld is om niet uit te zenden
dan wordt het mogelijk niet gedetecteerd.
Voer de SSID in en maak vervolgens verbinding. (l 511)
0 Schakel de Wi-Fi-functie vanaf het Wi-Fi-instellingenmenu op de smartphone uit en
weer in.
Wi-Fi-functie
Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden.
Radiogolven verliezen hun verbinding.
Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven.
De camera wordt niet weergegeven op het Wi-Fi-instellingenscherm
van de smartphone.