Operating Instructions

4. Beeld opnemen
88
Stelt de fotoresolutie van het beeld in. De beeldresolutie varieert
afhankelijk van de [Aspectratio] of de gebruikte lens.
Als een Super 35 mm/APS-C-lens gebruikt wordt, schakelt de beeldzone
naar die voor Super 35 mm/APS-C en maakt de gezichtshoek daarbij
smaller.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ Selecteer [Fotoresolutie]
0
Als [Ex. tele conv.] ingesteld is, worden de beeldresoluties [M] en [S] aangeduid met
[].
[Fotoresolutie]
[Aspectratio]
Beeldgrootte
Als volledig frame-lenzen
gebruikt worden
Als Super 35 mm/
APS-C-lenzen gebruikt worden
[4:3]
[L] (21,5M) 5328k4000 [L] (9,5M) 3536k2656
[M] (10,5M) 3792k2848 [M] (5M) 2560k1920
[S] (5,5M) 2688k2016 [S] (2,5M) 1840k1376
[3:2]
[L] (24M) 6000k4000 [L] (10M) 3888k2592
[M] (12M) 4272k2848 [M] (5M) 2784k1856
[S] (6M) 3024k2016 [S] (2,5M) 1968k1312
[16:9]
[L] (20M) 6000k3368 [L] (9M) 4064k2288
[M] (10M) 4272k2400 [M] (4,5M) 2816k1584
[S] (5M) 3024k1704 [S] (2M) 1920k1080
[1:1]
[L] (16M) 4000k4000 [L] (7M) 2656k2656
[M] (8M) 2848k2848 [M] (3,5M) 1920k1920
[S] (4M) 2016k2016 [S] (2M) 1376k1376
[65:24] [L] (13M) 6000k2208 s
[2:1] [L] (18M) 6000k3000 s