Operating Instructions

96
5. Focus/Zoom
Selecteer de scherpstelmethode (focusmodus) die bij de beweging van het
onderwerp past.
Stel de hendel van de focusmodus
in.
Selecteren van de Focusmodus
[S]
([AFS])
Dit is geschikt voor het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de
flitser geactiveerd.
Het focuspunt blijft vergrendeld terwijl de ontspanner tot halverwege
ingedrukt is.
[C]
([AFC])
Dit is geschikt voor het opnemen van bewegende onderwerpen.
Terwijl de ontspanner tot halverwege ingedrukt is, wordt het focuspunt
constant aangepast al naargelang de beweging van het onderwerp.
0 Dit voorspelt de beweging van het onderwerp met handhaving van
de scherpstelling. (Bewegingsvoorspelling)
[MF]
Handmatige scherpstelling. Gebruik dit wanneer u de scherpstelling
wilt vastzetten of wilt vermijden dat AF geactiveerd wordt. (l 123)
0 In de volgende gevallen werkt [AFC] hetzelfde als [AFS] wanneer de
ontspannerknop tot halverwege wordt ingedrukt:
[ ]-modus
In situaties met weinig licht
0 Als de volgende functies gebruikt worden, schakelt [AFC] naar [AFS]:
[65:24]/[2:1] ([Aspectratio])
[Hoge resolutie modus]
0 Deze functie is niet beschikbaar voor opnames met Post Focus.