Operating Instructions
Table Of Contents
- Over deze gebruiksaanwijzing
- Chapters
- Inhoudsopgave
- Inhoudsopgave van de functies
- 1. Introductie
- 2. Van Start
- 3. Basisbediening
- 4. Beeld opnemen
- 5. Focus/Zoom
- 6. Aandrijving/Sluiter/Stabilisatie
- De aandrijfstand selecteren
- Burstfoto's nemen
- 6K/4K-foto-opname
- Foto's uit een 6K/4K-burstbestand selecteren
- Opnemen met Intervalopname
- Opnemen met Stop-motionanimatie
- Video's met Intervalopname en Stop-motionanimatie
- Opnemen met gebruik van de zelfontspanner
- Bracket-opname
- [Samenstelling Live View]
- Post Focus-opname
- [Stille modus]
- [Sluitertype]
- Beeldstabilisatie
- 7. Meting/Belichting/ISO-gevoeligheid
- 8. Witbalans/Beeldkwaliteit
- 9. Flitser
- 10. Video's opnemen
- Video's opnemen
- Opnamemodussen specifiek voor Video's (Creative Video/S&Q)
- Opname-instellingen voor video
- Tijdcode
- AF gebruiken (Video)
- Videohelderheid en kleuring
- Audio-instellingen
- Belangrijkste Assist-functies
- Slow & Quick Video
- [Live Bijsnijden]
- Log Recording
- HLG-video's
- Anamorfische opname
- Lijst van opnamekwaliteiten waarmee speciale video's kunnen worden opgenomen
- 11. Verbindingen met externe apparaten (Video)
- 12. Beelden afspelen en bewerken
- 13. Camera-aanpassing
- 14. Menugids
- 15. Wi-Fi/Bluetooth
- 16. Andere apparaten verbinden
- 17. Materialen
- Optionele accessoires gebruiken
- Weergave scherm/zoeker
- Displayberichten
- Problemen oplossen
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- Aantal foto's dat kan worden gemaakt en beschikbare opnametijd met de batterij
- Aantal stilstaande beelden dat kan worden en video-opnametijd met kaarten
- Lijst met standaardinstellingen/voorkeursinstellingen opslaan/instellingen beschikbaar voor het kopiëren
- Lijst van functies die in iedere opnamemodus ingesteld kunnen worden
- Specificaties
- Inhoud
- Handelsmerken en licenties
- Firmware-update
6. Aandrijving/Sluiter/Stabilisatie
183
[Brandp.afst. instellen]
Als lenzen gebruikt worden die geen functie voor communicatie met deze
camera hebben, stel de brandpuntafstand die op de lens gegraveerd staat
dan handmatig in.
Er kunnen tot drie brandpuntafstanden geregistreerd worden.
De geregistreerde instellingen van een brandpuntafstand kunnen
opgeroepen worden.
Brandpuntaf
stand
invoeren A
Voer de brandpuntafstand in.
21: Selecteer
34: Selecteer een numerieke
waarde.
of : Bevestig
0 Er kan 0,1 mm tot 1000,0 mm
ingesteld worden.
Registreren
en oproepen
B
Registreer de ingevoerde
brandpuntafstand.
Roep de geregistreerde
brandpuntafstand op.
21: Selecteer
[DISP.]: Registreer de ingevoerde
brandpuntafstand.
of : Roep de
geregistreerde brandpuntafstand
op.