Operating Instructions

Table Of Contents
7. Meting/Belichting/ISO-gevoeligheid
189
0 De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde en sluitertijd zullen niet op
het opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om de effecten op het opnamescherm te controleren.
(l 195)
U kunt het voorbeeld van het effect van de lensopening instellen om constant
te werken, in de [A]-modus, om de scherptediepte te controleren tijdens de
opname:
[] ¨ [ ] ¨ [Constant preview] (l 383)
0 De helderheid van het opnamescherm en van de op dat moment opgenomen
beelden kan verschillend zijn.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
0 Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie
van deze ring dan op iets anders dan [A] om de diafragmawaarde van de lens
te gebruiken.
0 U kunt de bediening van de draaiknop aanpassen aan uw voorkeur:
[] ¨ [ ] ¨ [Instellingen wieltje] ¨ [Wieltje toewijzen (F/SS)]/
[Draairichting (F/SS)] (l 380)
0 Het opnamescherm kan een belichtingsmeter weergeven die het verband
tussen de diafragmawaarde en de sluitertijd aangeeft:
[] ¨ [ ] ¨ [Lichtmeter] (l 388)