Operating Instructions

Table Of Contents
7. Meting/Belichting/ISO-gevoeligheid
193
Beschikbare sluitertijden (Sec.)
Handmatige belichtingsassistentie
Als de ISO-gevoeligheid op iets anders gezet is dan [AUTO], zal Handmatige
Belichtingshulp (voorbeeld: ) op het opnamescherm weergegeven worden.
U kunt het verschil controleren tussen de huidige belichtingswaarde en de
standaardbelichting (n0) die door de camera gemeten is.
0
Gebruik de Handmatige belichtingsassistentie als richtlijn.
Wij raden aan om tijdens de opname de beelden op het afspeelscherm te controleren.
[MECH.] [B] (Bulb, max. ongev. 30 minuten), 60 tot 1/8000
[EFC] [B] (Bulb, max. ongev. 30 minuten), 60 tot 1/2000
[ELEC.] [B] (Bulb, max. ongev. 60 seconden), 60 tot 1/8000
0 De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde en sluitertijd zullen niet op
het opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om de effecten op het opnamescherm te controleren.
(l 195)
U kunt het voorbeeld van het effect van de lensopening en het effect van de
sluitertijd instellen om constant te werken, in de [M]-modus, om de scherptediepte
en de beweging van het onderwerp te controleren tijdens de opname:
[] ¨ [ ] ¨ [Constant preview] (l 383)
0 De helderheid van het opnamescherm en van de op dat moment opgenomen
beelden kan verschillend zijn.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
0 Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie
van deze ring dan op iets anders dan [A] om de diafragmawaarde van de lens
te gebruiken.
0 Sluitertijden korter dan 1/250 seconde zijn niet beschikbaar als een flitser
tijdens de opname gebruikt wordt. (l 231)
0 U kunt de bediening van de draaiknop aanpassen aan uw voorkeur:
[] ¨ [ ] ¨ [Instellingen wieltje] ¨ [Wieltje toewijzen (F/SS)]/
[Draairichting (F/SS)] (l 380)
0 Het opnamescherm kan een belichtingsmeter weergeven die het verband
tussen de diafragmawaarde en de sluitertijd aangeeft:
[] ¨ [ ] ¨ [Lichtmeter] (l 388)