Operating Instructions

Table Of Contents
12. Beelden afspelen en bewerken
314
Items instellen ([RAW-verwerking])
[Start verwerking] Slaat het beeld op.
[Witbalans]
Selecteert de witbalans en past die aan.
Door het item met [ ] te selecteren, kan het verwerkt
worden met dezelfde instelling als die van het tijdstip
van de opname.
0 Als u op 4 drukt in het selectiescherm van
[Witbalans], verschijnt het scherm voor de afstelling
van de witbalans.
0 Als u op 3 drukt terwijl [ ] op [ ] van
geselecteerd is, verschijnt het scherm voor de
instelling van de kleurtemperatuur.
[Helderheidcorrectie]
Corrigeert de helderheid.
0
Het [Helderheidcorrectie]-effect verschilt van het effect
van de belichtingscompensatie tijdens de opname.
[Fotostijl]
Selecteert een Fotostijl. (l 208)
0 Als u op [Q] drukt terwijl [Als709] is geselecteerd,
verschijnt het scherm voor de knie-instelling. (l 260)
0
U kunt geen Fotostijl selecteren voor beelden die zijn
opgenomen met [V-Log]. U kunt [V-Log] niet selecteren
voor beelden die niet zijn opgenomen met [V-Log].
0
U kunt geen andere Fotostijl selecteren dan [Cinelike
D2] of [Cinelike V2] voor beelden die zijn opgenomen
met [Cinelike D2] of [Cinelike V2]. U kunt [Cinelike D2]
of [Cinelike V2] niet selecteren voor beelden die niet zijn
opgenomen met Fotostijl [Cinelike D2] of [Cinelike V2].
0 Als u [HLG] geselecteerd heeft in [Bestandsindeling]
in [Meer instellen], zijn alleen [Standaard(HLG)] en
[Zwart-wit(HLG)] beschikbaar om geselecteerd te
worden.
[Int. dynamisch
bereik]
Selecteert de instelling van [Int. dynamisch bereik].
[Contrast] Past het contrast aan.
[Markeren] Past de helderheid van heldere delen aan.
[Schaduw] Past de helderheid van donkere delen aan.
1
4