Operating Instructions

Table Of Contents
12. Beelden afspelen en bewerken
315
[Verzadiging]/
[Kleurtoon]
Past de verzadiging of kleurtoon aan.
[Tint] Past de tint aan.
[Filtereffect] Selecteert filtereffecten.
[Korreleffect]
Selecteert een korreleffect-instelling.
0 U kunt dit niet instellen voor beelden die opgenomen
zijn in [Hoge resolutie modus].
[Ruisreductie] Stelt de ruisreductie in.
[Scherpte] Past de scherpte aan.
[Meer instellen]
[Terug naar origineel]: Zet de instellingen weer op die
van het tijdstip van de opname.
[Bestandsindeling]: Selecteert een bestandsindeling
uit [JPG] of [HLG].
Wanneer u [HLG] selecteert, worden zowel
JPEG-formaat als HSP-formaat-foto's opgeslagen.
(Alleen beelden die opgenomen zijn met [HLG-foto])
[Kleurruimte]: Selecteert een kleurruimte-instelling uit
[sRGB] of [AdobeRGB]. (Alleen als [JPG] geselecteerd
is in [Bestandsindeling])
[Fotoresolutie]: Selecteert de afmetingen voor het
opslaan van beelden.
[HLG View Assist (scherm)]/[HLG View Assist
(HDMI)]: Het kleurengamma en de helderheid van de
beelden die met [HLG-foto] zijn opgenomen, kunnen
worden omgezet voor weergave op het scherm/de
zoeker van deze camera of weergegeven op een
HDMI-apparaat. Raadpleeg [HLG View Assist] in het
menu [Voorkeuze] voor meer informatie. (l 282)
0 [HLG View Assist (scherm)] en [HLG View Assist
(HDMI)] kunnen alleen geselecteerd worden als
[HLG] geselecteerd is in [Bestandsindeling].
[Bestemming kaartslot]: U kunt de kaartslot
selecteren waarin u de beelden die door RAW verwerkt
zijn wilt opslaan. Als [AUTO] geselecteerd is, is het
beeld op dezelfde kaartslot opgeslagen als het beeld in
RAW-formaat dat bewerkt wordt.
S