Operating Instructions

Table Of Contents
15. Wi-Fi/Bluetooth
468
Dit configureert de instellingen die vereist worden voor de Wi-Fi functie.
De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding
is.
Het [Wi-Fi setup] weergeven.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ [Wi-Fi] ¨ [Wi-Fi setup]
[Wi-Fi setup]-menu
[Prioriteit van apparaat
op afstand]
Dit stelt of de camera of de smartphone in als
bedieningsapparaat met voorrang, dat gebruikt moet
worden bij remote opnames. (l 432)
[Wi-Fi-wachtwoord]
U kunt een wachtwoord gebruiken om verbinding te
maken, voor verhoogde veiligheid. (l 426)
[LUMIX CLUB]
Hiermee wordt de gebruikersnaam voor de “LUMIX
CLUB” verworven of veranderd. (l 470)
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
Om beelden naar een PC te zenden, moet verbinding
gemaakt worden met dezelfde werkgroep als de PC
van bestemming.
(De standaardinstelling is “WORKGROUP”.)
0 Druk om de werkgroepnaam te veranderen op
of en voer de nieuwe werkgroepnaam in.
Tekens invoeren (l 415)
0 Om naar de fabrieksinstellingen terug te keren drukt
op [DISP.].
[Toestelnaam]
U kunt de naam (SSID) van de camera veranderen.
0 Druk om de SSID-naam te veranderen op [DISP.] en
voer de nieuwe SSID-naam in.
Tekens invoeren (l 415)
0 Er kunnen maximaal 32 tekens ingevoerd worden.