Operating Instructions

189
Gebruik van menufuncties
Menulijst
→ [Voorkeuze]→ [Scherm / Display]
[Highlight]
U kunt overbelichte gebieden (gebieden die te licht zijn en geen grijstinten bevatten)
laten flitsen op het scherm wanneer de functie [Auto review] is geactiveerd of tijdens het
afspelen.
Om overbelichte gebieden te beperken, neemt u een beeld op
door negatieve belichtingscompensatie in te stellen, waarbij u de
histogramweergave enzovoort als referentie gebruikt.
Deze functie wordt uitgeschakeld tijdens 4K-foto’s afspelen, foto’s
afspelen die zijn opgenomen in [Post Focus], meerdere afspelen,
kalender afspelen of zoom afspelen.
Dit is niet van invloed op opgenomen beelden.
[Zebrapatroon]
U kunt het gebied in een beeld controleren. Dit kan leiden tot overbelichting, doordat een
dergelijk gebied met een arceerpatroon wordt weergegeven.
[ZEBRA1]: [ZEBRA2]:
Selecteer [SET] om de helderheid in te stellen die voor elk arceerpatroon moet worden
weergegeven.
• Het helderheidsbereik dat u kunt selecteren reikt van [50%] tot [105%]. De instelling
[OFF] is beschikbaar voor [Zebra 2]. Als u [100%] of [105%] selecteert, worden alleen
overbelichte gebieden aangeduid met het streeppatroon. Als u een kleinere waarde
instelt, vergroot u het helderheidsbereik dat met elk streeppatroon wordt aangeduid.
Om overbelichte gebieden te beperken, neemt u een beeld op door negatieve
belichtingscompensatie in te stellen, waarbij u de histogramweergave enzovoort als referentie
gebruikt.
Het weergegeven streeppatroon wordt niet opgenomen.
Wanneer [Zebrapatroon] aan de functieknop wordt toegewezen met [Fn knopinstelling] (→47)
in het menu [Voorkeuze] ([Bediening]), verandert elke keer dat u op de toegewezen functieknop
drukt, de instelling in de volgende volgorde: [Zebra 1] → [Zebra 2] → [Zebra UIT]. Wanneer [Zebra
2] is ingesteld op [OFF], kunt u de instelling snel schakelen in de volgende volgorde: [Zebra 1] →
[Zebra UIT].