Operating Instructions

111
DVQP1292
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
De witbalans aanpassen
Onder tl-verlichting, LED-lampen enzovoort kan de optimale witbalans variëren, afhankelijk van
het soort verlichting, dus gebruik [AWB], [
], [ ], [ ] of [ ].
De witbalans werkt mogelijk niet goed als u foto’s maakt met een flitser en het onderwerp wordt
opgenomen buiten het effectieve bereik van de flitser (→148).
In de Scene Guide-modus worden passende instellingen toegepast voor elke scène.
Als u in de Scene Guide modus de scènemodus of opnamemodus wijzigt, worden de instellingen
van de witbalans (inclusief de verfijning van de witbalans) teruggezet naar [AWB].
Automatische witbalans
Als [AWB] (Automatische witbalans) is ingesteld, worden de kleuren afgestemd op
de lichtbron. Als de scène echter te helder of te donker is of als er andere extreme
omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens een rode of blauwe zweem vertonen.
De witbalans kan niet altijd goed werken als er een diversiteit aan lichtbronnen is. Stel
in dat geval de [Witbalans] in op een andere instelling dan [AWB] om de kleuren aan te
passen.
: [AWB]-instelbereik
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
K=Kelvin kleurtemperatuur