Operating Instructions

190
DVQP1292
Gebruik van menufuncties
Menulijst
→ [Voorkeuze]
[Peaking]
Wanneer u handmatig scherpstelt, voegt deze functie automatisch kleur toe aan de
gedeelten van het beeld die scherp zijn (gedeelten van het scherm met duidelijke
contouren).
Wanneer [Niveau detecteren] in [SET] wordt ingesteld op [HIGH], worden er minder gedeelten
gemarkeerd, zodat u nauwkeuriger kunt scherpstellen.
Als u de instelling van [Niveau detecteren] wijzigt, wordt ook de instelling van [Kleur weergeven]
als volgt gewijzigd.
[Niveau
detecteren]
[HIGH]
[LOW]
[Kleur weergeven]
[
] (lichtblauw) [ ] (blauw)
[
] (geel) [ ] (oranje)
[
] (geelgroen)
[ ] (groen)
[
] (roze) [ ] (rood)
[
] (wit) [ ] (grijs)
Elke keer als u [ ] in [ ] aanraakt, wordt de instelling geschakeld in de volgorde [ ]
([Niveau detecteren]: [LOW]) → [
] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) → [OFF].
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situatie:
[Ruw zwart-wit] (Creative Control modus)
[Histogram]
Histogramweergave in/-uitschakelen.
Als dit is ingesteld op [ON], kunt u de weergavepositie van het histogram verplaatsen door
te drukken op .
• Aanraakbediening is ook mogelijk op het opnamescherm.
Geeft de verdeling van de helderheid in het beeld weer
– als de grafiek bijvoorbeeld een piek aan de rechterkant
heeft, betekent dit dat er verschillende lichte gedeelten op
het beeld staan. Een piek in het midden wijst op optimale
helderheid (juiste belichting). Dit kunt u gebruiken als
vingerwijzing voor de belichtingscompensatie e.d.
(Bijvoorbeeld)
Donker ← OK → Licht
Wanneer het histogram niet hetzelfde is als van het opgenomen beeld in de volgende
omstandigheden, wordt het histogram in oranje weergegeven:
Tijdens de belichtingscompensatie.
Als de flitser afgaat.
Als de juiste belichting niet wordt bereikt, zoals bij weinig licht.