Operating Instructions

150
Stabilizer, zoomen en flitsen
Foto’s maken met een flitser
Flitsmodus wijzigen
Opnamemodus:
Stel de flitser in overeenstemming met de opname in.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
: [Auto]
: Auto
*
De flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is
afhankelijk van de opnameomstandigheden.
: [Auto/rode-og]
De flitser wordt automatisch geactiveerd om rode ogen te
beperken, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie wanneer u foto’s van personen
maakt bij weinig licht.
: [Flitser altijd aan]
: [Gdw. aan/rode-og]
De flitser wordt elke keer geactiveerd, ongeacht de
opnameomstandigheden.
Gebruik dit wanneer uw onderwerp van achteren verlicht
wordt of onder tl-verlichting.
: [Langz. sync.]
: [Lngz. sync./rode-og]
Hiermee maakt u lichtere foto’s zoals foto’s van onderwerpen
in een nachtlandschap door de sluitertijd te verkorten wanneer
u een flitser gebruikt.
Ideaal voor foto’s van mensen in een nachtlandschap.
Een langere sluitertijd kan wazigheid door beweging
veroorzaken. We raden u aan een statief te gebruiken.
: [Gedwongen uit]
De flitser wordt in geen enkele opnameomstandigheden
geactiveerd.
Gebruik deze functie wanneer u foto’s maakt in plaatsen
waar het gebruik van de flitser niet toegestaan is.
*
Deze functie kan alleen worden ingesteld in de Intelligent Auto modus ([ ] of [ ]). Het pictogram
veranderd, afhankelijk van het type onderwerp en de helderheid.
De flitser wordt twee keer geactiveerd. Het interval tussen de eerste en tweede flits
is langer wanneer [ ], [ ] of [ ] is ingesteld. Het onderwerp mag niet bewegen
totdat de tweede flits wordt geactiveerd.
• Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en
wordt beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp en of het onderwerp
tijdens de voorflits naar de camera kijkt. In sommige gevallen is de rode-ogenreductie
verwaarloosbaar.