Operating Instructions

216
Gebruik van menufuncties
Menulijst
[RAW-verwerking]
Met de camera kunt u foto’s ontwikkelen die in de bestandsindeling RAW zijn
opgenomen. De gemaakte foto’s worden in JPEG-indeling opgeslagen.
→ [Afspelen]→[RAW-verwerking]
1
Druk op tom een RAW-bestand te selecteren en
druk op [MENU/SET]
2
Druk op om het onderdeel te selecteren en druk
dan op [MENU/SET] om in te stellen
De volgende onderdelen kunnen worden ingesteld. De
instellingen die tijdens het opnemen worden gebruikt, worden op
het moment van instelling toegepast.
[Witbalans]
U kunt de witbalans selecteren om aanpassingen te verrichten. Als
u een item selecteert met [ ], kunt u de beelden ontwikkelen met
dezelfde instellingen als bij het opnemen.
[Helderheidcorrectie] U kunt de helderheid corrigeren tussen –2 EV en +2 EV.
[Fotostijl] U kunt de [Fotostijl]-effecten selecteren.
[Int.dynamiek] U kunt de [Int.dynamiek]-instellingen selecteren.
[Contrast] U kunt het contrast aanpassen.
[Verzadiging] /
[Kleurtoon]
U kunt de verzadiging aanpassen. (U kunt de kleur aanpassen wanneer
[Zwart-wit] is geselecteerd voor [Fotostijl].)
[Filtereffect]
U kunt een filtereffect selecteren. (Alleen wanneer [Zwart-wit] is
geselecteerd voor [Fotostijl].)
[Ruisreductie] U kunt ruisonderdrukking instellen.
[I.resolutie] U kunt de [I.resolutie]-instellingen selecteren.
[Scherpte] U kunt de indruk van resolutie aanpassen.
[Meer instellen]
Selecteer met
onderdelen en druk op [MENU/SET] om de
volgende bewerkingen uit te voeren.
[Aanpassingen herstellen]: U kunt de instellingen terugzetten naar
de instellingen die bij de opname zijn
gebruikt.
[Fotoresolutie]: U kunt de fotoresolutie ([L], [M] of [S]) selecteren voor
een JPEG-bestand als u beelden opslaat.