Operating Instructions

296
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Opnemen
Er kunnen balken of flikkeringen verschijnen onder verlichting zoals tl- en LED-
verlichtingsarmaturen.
Dit is kenmerkend voor de MOS-sensors die in deze camera als lichtgevoelige
sensors dienen. Dit is geen storing.
Als u foto’s maakt met de elektronische sluiter, kunt u de balken verminderen
door een langere sluitertijd te gebruiken. (→69)
Wanneer er merkbare flikkeringen of balken zichtbaar zijn onder verlichting
zoals tl- of LED-verlichtingsarmaturen in de opnamemodus voor films, kunt
u de flikkeringen of balken beperken door [Antiflikkering] (→184) in te stellen
en de sluitertijd vast te zetten. U kunt de sluitertijd handmatig instellen in de
Creatieve Videomodus. (→86)
Er kunnen geen beelden opgenomen worden. De sluiter werkt niet meteen als u de
ontspanknop half indrukt.
Als [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [FOCUS], neemt de camera niet op voordat de
scherpstelling goed is. (→189)
Opgenomen beelden zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
Schakel de camera in om de lensbuis uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een
zachte, droge doek.
Opgenomen beelden zijn te licht/te donker.
AE-vergrendeling (→108) is onjuist ingesteld.
Er worden verscheidene beelden opgenomen, ook bij een enkele druk op de ontspanknop.
Controleer de volgende instellingen. Als een of meer instellingen van toepassing zijn, worden
meerdere foto’s gemaakt.
De aandrijfstand is ingesteld op een andere stand dan [Enkel].
Stel de aandrijfstand in op [Enkel]. (→116)
Bracketopnamen zijn ingesteld.
Als een of meer van de pictogrammen [
] (bijv. [ ], [ ] enz.) op het scherm is
weergegeven, zijn bracketopnamen ingesteld. Onder [Bracket] in het menu [Opname] stelt u
[Type Bracket] in op [OFF]. (→142)
Er is niet goed scherpgesteld.
Het onderwerp is buiten scherpstelbereik.
[Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [RELEASE]. (→189)
[Sluiter-focus] is ingesteld op [OFF]. (→187)
AF-vergrendeling (→108) is onjuist ingesteld.
In geval van vingerafdrukken, stof of andere soorten vuil op het filter stelt de camera mogelijk
scherp op de lens in plaats van op een onderwerp.
Opgenomen beelden zijn onscherp. De beeldstabilisatiefunctie werkt niet goed.
In donkere locaties is de sluitertijd langer en is de stabilisatiefunctie minder effectief.
Gebruik een statief en de zelfontspanner (→135) wanneer u een langere sluitertijd gebruikt.