Operating Instructions

300
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Wi-Fi-functie
Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand worden gebracht. De radiogolven worden onderbroken.
Draadloos toegangspunt wordt niet weergegeven.
Algemene tips voor gebruik van een Wi-Fi-verbinding
Gebruik het apparaat binnen het communicatiebereik van het draadloze netwerk.
Is er een apparaat in de buurt, zoals een magnetron, draadloze telefoon, dat de frequentieband
van 2,4 GHz gebruikt en dat aan staat?
Deze radiogolven kunnen bij gelijktijdig gebruik worden onderbroken. Houd voldoende afstand
tot andere apparatuur.
Wanneer de batterij-indicator rood knippert, wordt de verbinding met andere apparatuur
niet altijd gestart of kan de verbinding worden verbroken. (Er verschijnt een bericht zoals
[Communicatiefout].)
Wanneer dit apparaat op een metalen tafel of plank wordt gezet, wordt de verbinding mogelijk niet
gemakkelijk tot stand gebracht. Plaats de camera niet op metalen oppervlakken.
Informatie over draadloze toegangspunten
Controleer of het draadloze toegangspunt om verbinding mee te maken, actief is.
Controleer de staat van de radiogolven van het draadloze toegangspunt.
Voer de verbinding dichter bij het draadloze toegangspunt uit.
Kies een ander locatie of wijzig de hoek van het draadloze toegangspunt.
Mogelijk wordt het zelfs niet weergegeven als de radiogolven bestaan, afhankelijk van de instelling
van het draadloze toegangspunt.
Schakel het draadloze toegangspunt uit en vervolgens weer in.
Is de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt ingesteld op niet uitzenden?
In dat geval wordt het toegangspunt mogelijk niet gedetecteerd. Voer de netwerk-SSID in en stel
deze in. (→268) Of stel de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt in op uitzenden.
Dit apparaat wordt niet weergegeven in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone.
Probeer de Wi-Fi-functie in/uit te schakelen in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone.
Ik heb een probleem met de verbinding met mijn pc. De gebruikersnaam en het wachtwoord
worden niet herkend.
Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem zijn er twee soorten gebruikersaccounts
(lokaal account/Microsoft-account).
Gebruik de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het lokale account.