Operating Instructions

54
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)
Automatische scherpstelmodus, Gezicht/ogen detecteren en
Gezichtsherkenning
[AF mode] is automatisch ingesteld op [ ]. Als u het onderwerp aanraakt, wordt naar
[ ] geschakeld en wordt de functie Tracking AF geactiveerd.
• U kunt ook overschakelen naar [ ] door op [MENU/SET] te drukken, naar het menu
[Opname] te gaan, vervolgens naar het menu [AF mode] te gaan en [ ] (tracking)
te selecteren. Leg het Tracking AF-gebied gelijk met het onderwerp en druk de
ontspanknop half in om de functie Tracking AF te gebruiken.
• Wanneer [Gezicht herk.] is ingesteld op [ON] en als de camera een gezicht herkent
dat lijkt op een geregistreerd gezicht, wordt [R] in de rechterbovenhoek van de
pictogrammen [ ], [ ] en [ ] weergegeven.
Flitser
Wanneer op wordt gedrukt en [ ] (auto) wordt geselecteerd, wordt de camera
automatisch ingesteld op [ ], [ ] (Auto/Rode-ogenreductie), [ ] of [ ], afhankelijk
van het type onderwerp en de helderheid.
Als [ ] of [ ] wordt weergegeven, wordt de functie [Rode-ogencorr] geactiveerd om
automatisch rode ogen te detecteren en de beeldgegevens te corrigeren.
Als [ ] of [ ] is gekozen, wordt de sluitertijd verkort.
Automatische scènedetectie
Bij het opnemen van beelden
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro]
[i-Nachtportret]
*
1
[i-Nachtl.schap]
[i-Nachtop. uit hand]
*
2
[i-Voedsel]
[i-Baby]
*
3
[i-Zonsonderg.]
/ Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
Bij het filmen
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Zacht licht] [i-Macro]
/ Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
*
1
Wordt alleen weergegeven bij gebruik van de flitser.
*
2
Wanneer [iHandh. nachtop.] op [ON] staat.
*
3
Wanneer baby’s of peuters (jonger dan 3 jaar) die zijn geregistreerd, worden herkend door de
gezichtsherkenning